Guédelon ****Modern middeleeuws kasteel in het noorden van Bourgondië
Het doet denken aan de bouw van de Batavia in Lelystad. Al betrof het toen een schip uit de zeventiende eeuw, nu gaat het om een kasteel uit de dertiende eeuw. Het idee komt van Michel Guyot die na enige moeite het financieel voor elkaar kreeg om het kasteel te bouwen, helemaal volgens de technieken uit de dertiende eeuw.
Bij het ontwerp van het kasteel is er natuurlijk goed gekeken naar kastelen uit de dertiende eeuw. Daarbij is er een uitgebreide studie gedaan naar de kastelen van Ratilly en Yèvre-le-Châtel. Het ontwerp is een bescheiden kasteel met een woongedeelte, een grote binnenplaats die in ommuurd met op de hoeken ronde torens.
Om het kasteel te kunnen bouwen werd er eerst gekeken naar een geschikte plek. Dat lijkt simpeler dan het is want in de dertiende eeuw waren de transport mogelijkheden beperkt en daarom moet er zoveel mogelijk bouwmateriaal in de buurt van het toekomstig kasteel aanwezig zijn. Denk aan hout, klei, steen en natuurlijk water.
Deze plek werd gevonden waarna een groep vrijwilligers aangevuld met archeologen, bouwkundigen en historici begonnen met bouwen. Net als in de middeleeuwen ontstond er rondom de bouwplaats een dorp waar de steenhouwers, touwslagers, pottenbakkers, boeren en nog veel meer ambachtslieden een werkplaats kregen.
Ruim twintig jaar bouwen
In het midden van dit geheel rees langzaam maar zeker het kasteel op. Na ruim twintig jaar bouwen is het nu bijna klaar en de verwachting is dat in 2025 het gebouw wordt opgeleverd. Daar hebben ze dus best lang over gedaan en in de middeleeuwen deden ze dit ook wel wat sneller. Maar toen hoefde ze ook niet na te denken over technieken van acht eeuwen oud. Omdat juist de bouw het meest interessante is doe je er goed aan om daarvoor nog een kijkje te nemen.
Wij bezochten de bouwplaats op doorreis van gîte naar gîte. De navigatie gaf aan dat we ruim twee uur te vroeg op onze plaats van bestemming zouden zijn en omdat Guédelon langs de route lag vonden we dat een geschikte plek om de tijd te doden. En dat was het zeker!
Het was een warme week en op de grote en volle parkeerplaats was het rennen naar de schaduw. Eenmaal binnen krijg je het gevoel van een themapark wat nog eens onderstreept werd door de vrijwilligers dat volgens de laatste mode uit de dertiende eeuw was gekleed.
Activiteiten
Als vanzelf loop je eerst richting het kasteel dat nog volop in de stijgers stond. We besloten eerst de werkplaatsen te bezoeken waar tal van activiteiten werden aangeboden. Zo kan je zelf een kruisgewelf in elkaar zetten, een kapiteel houwen en zijn er tal van demonstraties. Dit klinkt veel suffer dan het is; het is echt interessant en leuk.
Dit klinkt vooral iets voor kinderen en je ziet ook veel jongeren hier druk in de weer. Tot mijn verbazing deden de volwassenen ook lekker mee met dit gebeuren. Zo zag ik een volwassen man met zijn zoon en zijn (schoon)vader druk discussiëren over hoe een kruisgewelf moet worden opgebouwd. Het is prachtig om te zien dat geschiedenis wordt beleefd!
Het kasteel zelf is nog niet klaar maar het grootste deel staat. Het woongedeelte is helemaal klaar dat is werkelijk prachtig. De grote ridderzaal heeft een indrukwekkend plafond maar het leukst vond ik de galerij waar je vlak onder het dak loopt. In ons geval was het zo druk dat er sprake van filevorming was en omdat de galerij erg smal is en altijd mensen de andere kant op willen duurde het lang voordat je eruit was. Het massatoerisme is toch iets van onze tijd maar goed je dat mag de pret niet drukken.
Leuk voor kinderen
Het kasteel van Guédelon is een geweldig uitje en zeker een aanrader voor kinderen. Je leert veel over het leven in de dertiende eeuw en met name over hoe je een kasteel bouwt. Of een ander groot gebouw zoals een kerk. Er zijn ook plannen om als het project klaar is op dezelfde manier een klooster te bouwen.
Om het geheel goed te bekijken kan je gerust een hele middag of ochtend uittrekken. Er is veel te zien en om een beetje bij te komen is er een herberg waar je kan genieten van een hapje en drankje. Er zijn ook rondleidingen en er is zelfs een Nederlandstalige gids. Wij hebben het niet gedaan maar wat ik heb even bij zo’n uitleg gestaan en de gids wist waar ze het over had en vertelde het bijzonder leuk.
Wij hadden aan onze geplande twee uur niet genoeg. Nadat we alles goed hadden bekeken zagen we dat we er bijna een uur langer over hadden gedaan waardoor we te laat aankwamen bij onze gîte. Gelukkig kenden de eigenaren Guédelon en begrepen volkomen waarom we later waren.
Het is duidelijk dat we met dit experiment meer te weten zijn gekomen over de dertiende eeuw. Ik heb wel mijn vragen in hoeverre je het verleden kan na doen. Voordat mijn bezoek dacht ik een soort Thor Heyerdahl situatie zou aantreffen maar dat is niet zo. Ze doen hier echt hun best om zoveel mogelijk van het verleden te weten te komen en te leren.
De grootste winst is natuurlijk dat de historische interesse door iedereen die hier is geweest wordt gewekt. En dat is altijd goed.
TIP: Niet alles is middeleeuws bij het Kasteel van Guédelon. Op de parkeerplaats zijn laadpalen om je auto op te laden.
Video van Guédelon
Beelden van Guédelon
E-Magazine Bourgondië
In bezit een ereader of tablet? Download dan het E-Magazine over Bourgondië. Deze lees lekker je op je vakantieadres en ontdek je mooiste dorpen en leukste plekken.
Kaart van Guédelon en omgeving
Les plus beaux villages de France weergeven op een grotere kaart
In de buurt van Guédelon
Abdij van Pontigny: de grootste cisterciënzer kerk van de wereld ****
Daarmee hadden ze ook wel een punt want net als de cisterciënzers was de Benedictijner orde begonnen met de wens van veel gelovigen om te leven als Jezus. En dat bleek met succes, want in de tiende en elfde eeuw sloten steeds meer gelovigen zich aan. De orde groeide enorm en werd door schenkingen steeds meer geld, land en daarmee ook macht.
Het belangrijkste Benedictijnse klooster lag niet geheel toevallig ook in Bourgondië namelijk in Cluny. De abt hiervan gold als de machtigste man binnen de kerk. Hij bepaalde wie de Paus was en kon de koning van Frankrijk zijn wil opleggen; een echte eindbaas.
Heel leuk natuurlijk allemaal voor hem maar voor veel gelovigen en geestelijke was de rijkdom van de Benedictijnen een doorn in het oog. De cisterciënzers besloten een nieuwe orde op te richten en ze zouden alles anders doen. Zij wilden leven zoals Jezus had geleefd en wezen daarom persoonlijk bezit en alle luxe af. Monniken bezaten niet meer dan hun pij, liepen op blote voeten en gooiden zand in het eten zodat het maar niet lekker zou smaken.
De cisterciënzers zochten nooit de makkelijkste weg en stichtten hun kloosters op woeste gronden ver van de bewoonde wereld. En woest was het in Pontigny aan het begin van de twaalfde eeuw. Tegenwoordig zoef je er met de auto over een comfortabele weg naar toe maar negen eeuwen geleden was het hier een ondoordringbaar moerrasgebied van de rivier de Serein. Er waren weinig mensen die hier de weg wisten en voor dat je het wist zakte je hier compleet weg in het drijfzand. Je zou het nu kunnen vergelijken met het bouwen van een klooster op Antarctica. Een ware expeditie waar we nu een leuke reality show van zouden maken.
Het resultaat van de inspanningen van de monniken is vandaag nog altijd te zien want ze bouwden hier in het moeras een klooster met een hele grote kerk. Van het klooster is bijna niets meer over maar de kerk staat er gewoon nog is ook nu nog enorm. De abdijkerk heeft een vloeroppervlakte van 4.000 vierkante meter en is maar liefst 119 meter lang. Daarmee is het maar net iets kleiner dan de Notre Dame in Parijs, die overigens nog gebouwd moest worden.
De vraag is natuurlijk waarom in dit moeras gebied zo’n grote kerk is gebouwd. Dat weten we niet precies maar er zijn wel een paar aanwijzing. Zo is het duidelijk dat het klooster vanaf het begin een groot succes is geweest. Niet alleen de afmetingen wijzen maar ook de functie als één van de vier moederkloosters van de cisterciënzer orde wijst daarop. Er moeten hier veel monniken hebben aangemeld.
Thomas Becket
De belangrijke positie van het klooster van Pontigny wordt onderstreept door het feit dat het zo nu en dan opduikt in de geschiedenisboeken. Opvallend is dat het verschillende keren onderdak gaf aan religieuze dissidenten uit Engeland. De bekendste daarvan is Thomas Becket die als aartsbisschop van Canterbury ruzie had gemaakt met de Engelse Hendrik II en vluchtte naar Frankrijk waar hij langere tijd in dit klooster verbleef.
In 1170 keerde hij terug waar hij in zijn eigen kathedraal in mootjes werd gehakt door ridders van de koning. In de eeuw daarna vluchtten nog twee Engelse geestelijken, ook aartsbisschoppen van Canterbury, naar Frankrijk en vonden in Pontigny asiel. De laatste van deze twee, Edmund Rich van Abingdon, ligt ook in de kerk begraven en werd in de dertiende eeuw heilig verklaard.
Tussen romaans en gotiek
De kerk is niet alleen historisch interessant, ook het gebouw zelf is uniek in zijn soort. Het is precies gebouwd tijdens een periode in de bouwkunst waarin veel veranderde; de overgang van de romaans naar de gotiek. En wie er oog voor heeft is dat goed te zien.
Traditioneel start de gotiek met de bouw van de kerk in Saint-Denis in 1122 en toen was de kerk in Pontigny al gebouwd. Maar wie goed kijkt naar deze kerk ziet al duidelijk trekken die je tot de gotiek kan rekenen. De scherpe bogen waardoor het dak wordt gedragen zie je terugkomen in de gotische kathedralen die een paar decennia later en masse in Frankrijk werden gebouwd.
Ook de koor doet qua vorm toch gotisch aan. In tegenstelling tot alle andere cisterciënzer kerken heeft het een kooromgang met daarom heen elf kranskapellen waarvan een aantal zeshoekig en dat zie je zelden. Deze opzet van het koor zie je ook veel terug in de gotiek.
Luchtbogen
Vanaf de buitenkant is het goed te zien dat het koor, de achterkant van de kerk, een net andere constructie heeft dan de rest van het gebouw. Het is duidelijk dat dit gedeelte een eeuw later is gebouwd. De bovenkant van het koor is versterkt met luchtbogen. Ze zijn nog wel wat plomp maar het is een element dat kenmerkend is voor de gotiek. De hoge ramen in het schip en het koor en tevens de roosvensters in zijbeuken zijn elementen die veel werden gebruikt in de gotiek.
Opvallend afwezig is een toren, of torens. De entree van de kerk is laag, opvallend sober en bescheiden vergeleken met de rijk versierde portalen van kerken uit die tijd. Hier wijst niets op de gotiek en doet het allemaal heel romaans aan. Hier herken je de achterliggende ideeën van de cisterciënzer; het eenvoudige leven dat ze wilden leiden werd ook doorgevoerd in de gebouwen. Dit komt ook terug in het interieur.
De cisterciënzers legden ook in hun kerken de nadruk op rust, licht en verhoudingen. Hiermee wilden zij met hun architectuur de nadruk leggen op de spiritualiteit en dat is in Pontigny uitstekend gelukt. Als je binnenkomt dat wordt je getrakteerd met een prachtig lijnenspel dat perfect samengaat met het licht dat op het witte natuursteen weerkaatst.
Architectonisch meesterbrein
De lengte van de ruimte wordt door de eenvoudige vormen op een spectaculaire wijze eenvoudig geaccentueerd. Ondanks de enorme wooah-factor geeft het gebouw je een heerlijk rustig gevoel dat je welkom bent. Het is dan ook heerlijk om rustig de kerk te lopen en de ruimte op je te laten in werken. Dan wordt het duidelijk dat hier een architectonisch meesterbrein aan het werk is geweest. De naam van de bouwmeester weten we niet zoals zo veel bij middeleeuwse gebouwen.
Hoewel de binnenkant van de kerk somber is, is het zeker niet leeg. Boven de ingang ‘hangt’ een indrukwekkend orgel met daaronder een balkon met drie bogen. Het is duidelijk dat dit later is gebouwd. Ondanks de versieringen past het toch wel. Het orgel wordt trouwens nog vaak bespeelt want ik zag in de entree een aantal affiches concerten aankondigen. Zou wel eens mooi kunnen zijn.
Koorbanken
Ook het koor heeft een duidelijke upgrade gehad. Het is bijna helemaal afgesloten van de rest van de kerk door een rijkelijk versierde wand van marmer dat als decor dient van het altaar. Zeker vergeleken met de rest van de ruimte is het een redelijke drukke boel inclusief Korinthische zuilen, vergulden elementen en een tweetal schilderijen.
Net als het orgel is deze wand duidelijk later toegevoegd en wel halverwege de achttiende eeuw. Hoewel smaakvol en bijzonder vaardig gemaakt past dit onderdeel totaal niet in de rest van de ruimte. Dat geldt ook voor de koorstoelen die zich achter de wand bevinden en een eeuw ouder zijn. Ook die zijn prachtig en imposant maar horen hier eigenlijk niet thuis.
De ruimte in de kerk is echter zo groot dat het ook weer niet echt stoort. En het is ook goed om te zien dat een oud gebouw als dit altijd gebruikt is en dan vallen de verbouwingen en toevoegingen eigenlijk wel mee. De gemiddelde woning in Nederland in honderd jaar wel meer verbouwd. Het feit dat het gebouw nog altijd wordt gebruikt is tevens de reden waarom het er nog staat en in zo’n mooie staat is.
Lopend door de kerk kwam ik er achter dat in er onze tijd ook zaken worden toegevoegd aan de kerk. In een aantal nissen zijn er kunstwerken te zien waaronder één met een dozijn handen die uit de vloer staken en in een ander staken roestige pijpen die deden denken aan de lopen van machinegeweren uit de grond. Het had iets met de Eerste Wereldoorlog van doen en zag er aardig uit al betwijfel ik of het er over vijfhonderd jaar nog staat.
Tuin
Nadat we binnen waren geweest en een tijdje in de schaduw van de bomen langs het laantje voor de ingang hadden gezeten, besloten we ook achter de kerk te kijken. Om daar te komen moet je voor de kerk linksaf en dan sta je bijna direct in een prachtige tuin of hofje. De grote bomen om het grasveld zorgen voor een aangename schaduw en de gebouwen op de achtergrond zorgen voor een aangename decor. Een grote ronde waterschaal van natuursteen maakt het plaatje compleet.
Om de achterkant van de kerk te bereiken moet je een pad volgen langs de gebouwen. Hier stond ooit het klooster maar dat die heeft op een klein stukje van het kloosterhof na de eenentwintigste eeuw niet gehaald. De huidige gebouwen zien er mooi uit maar zijn lang niet zo oud. Hoe oud ben ik niet achtergekomen maar binnen is wel een leuke tentoonstelling over het klooster inclusief een prachtige maquette zodat je goed idee krijgt hoe het hier ooit was.
Naast het pad loopt een beekje en die nog een restant vormt van het moeras dat het hier ooit was voordat de monniken besloten de boel hier te cultiveren. Het naam van het pad, Bief du Moulin, wijst erop dat hier een molen heeft gestaan.
De kerk staat met zijn achterkant helemaal los midden in een groot grasveld waardoor je de vorm goed kan zien. Zeker op een mooie dag, zoals bij ons bezoek, is het hier genieten van een bouwwerk dat hier eeuwen geleden is neergezet en nog altijd veel indruk maakt.
Mocht u groot liefhebber zijn van klassieke muziek, dan mag u het muziekfestival voor heilige kunsten “Les Heures Musicales” van Pontigny niet missen, dat eind juli gehouden wordt.