Boulogne-sur-Mer Levendige havenstad aan de Opaalkust ***
Het stadje heeft een prachtige oude binnenstad, de een enorme vissershaven, een zeer groot aquarium en zelfs een mooi strand. Vanaf Utrecht is het een kleine vier uur rijden en dus een perfecte plek voor een lang weekend of een midweek.
De geschiedenis van Boulogne-sur-Mer gaat terug naar de verovering van Gallië door de Romeinen. Het was Caesar zelf die Boulogne-sur-Mer, toen Portus Itius genaamd, uitkoos als uitvalsbasis voor een invasie van Brittannië.
Hoewel hij als één van de grootste militairen uit de geschiedenis wordt geschouwd veroverden hij geen enkel gebied in Engeland terwijl hij er toch twee keer met een flinke legermacht is geweest.
Napoleon
Een ander groot militair die Engeland niet wist te veroveren en hier zijn sporen heeft achter gelaten is Napoleon. Hij verzamelde hier even ten noorden van Boulogne de Grande Armee om het kanaal over te steken. Hoewel deze hele onderneming niet echt van de grond is gekomen staat er een enorme zuil met het kleine mannetje erop.
Het is de plek waar hij voor het eerst de Légion d’Honneur uitreikte en voor Fransen is het daarom wel een dingetje. De zuil die geïnspireerd is op die van Trajanus in Rome, je bent keizer of niet, en is zelfs een Monument National en daar zijn er niet zo veel van. Als je geïnteresseerd bent in Napoleon dan is dit een interessante plek.
Stad met twee gezichten
Veel interessanter is Boulogne-sur-Mer zelf, een stadje met twee gezichten. Het oude centrum met zijn prachtige straatjes, fijne pleintjes, een mooie middeleeuwse muur en een overdreven negentiende koepelkerk vind ik het mooist.
Maar dat wil nog niet zeggen dat de dynamische buurt bij de haven met zijn restaurants, bars en leuke winkeltjes niet de moeite waard is. Bovendien is hier ook Nausicaá te vinden, dat volgens eigen zeggen het grootste aquarium van Europa is en meer dan 800.000 bezoekers per jaar heeft. Een prima attractie met kinderen maar het heeft zeker ook voor volwassenen voldoende te beiden om je een halve dag te vermaken.
Grootste Vissershaven
Boulogne-sur-Mer is de grootste vissershaven van Frankrijk die het hele land voorziet van vis en zeevruchten. Je kan hier dan ook goed eten in één van de talloze restaurantjes. Het havenfront is een gezellig geheel en een prima plek om aan het einde van de middag te vertoeven. De vis of schaaldieren zijn hier van uitstekende kwaliteit waarbij de vanzelfsprekende witte wijn kan worden vervangen voor een biertje uit de streek. Dit deel van Frankrijk heeft een lange biertraditie en er zijn tal van lokale varianten. Omdat bier in Frankrijk steeds populairder wordt is er voor de bierkenner genoeg te ontdekken.
Of je nu wijn en bier drinkt, neem altijd een kaasplankje met producten uit de streek. Het land achter de kust bestaat uit kruidig weiland waar koeien hun ding doen en de boer kaas maakt.
Le Portel
Bij warm weer is het mogelijk om af te koelen op het strand van Le Portel. Deze groene wijk heeft een anderhalf kilometer lang strand dat in de negentiende eeuw druk werd bezocht door de Parijse elite. Het massatoerisme is verplaatst naar warmere oorden maar het is nog altijd populair bij de plaatselijke bevolking. Bij minder warm weer kan je hier strandzeilen of gewoon lekker wandelen en uitwaaien.
Bovenstad
Het oude centrum, dat ook wel de bovenstad wordt genoemd, ligt op loopafstand van de haven maar je kan er ter plekke ook goed parkeren. In de zomer schijnt het er druk te zijn maar wij bezochten de stad op een zonnige dag in mei en parkeerden de auto voor één van de vier poorten. Om de oude binnenstad te bereiken moet je door één van deze poorten want het hele centrum is geheel ommuurd en dat is natuurlijk altijd mooi.
Notre-Dame
De eerste attractie is al van verre zichtbaar en dat is de enorme basiliek Notre-Dame. Je hoeft geen architectuurgeschiedenis te hebben gestudeerd om te zien dat deze kolos hier eigenlijk niet hoort. Daarmee wil ik niet direct zeggen dat het een lelijk ding. Met name de buitenkant is naast groot eigenlijk best aardig. Het is alleen zo hoog dat de huizen en gebouwen erom heen letterlijk in de schaduw zet. Het ontwerp is duidelijk geïnspireerd op Sint Pauls in Londen met zijn hoge grote koepel en statige gevel.
De basiliek staat precies op de plek waar in de oudheid een Romeins kasteel stond dat over de stad én de haven heerste. Het is niet de eerste kerk die hier staat want in de middeleeuwen stond hier een kathedraal die de Franse Revolutie niet heeft overleeft. De huidige kerk is in de loop van de negentiende eeuw gebouwd op de fundamenten van de oude middeleeuwse voorganger. Het is ook niet de oudste kerk in de stad want er staat ook nog een kerk voor Sinterklaas, de beschermheilige van kinderen en zeelui.
De heilige maagd
De kerk is gewijd aan de heilige maagd Maria en daar hoort een mooi verhaal bij. In de vroege zevende eeuw voer een bootje met een beeld van de Maria en kind de haven in. Het scheepje werd daarbij fel verlicht en had verder geen opvarende aan boord. Een spectaculaire entree die niet zou misstaan in een moderne musical lijkt mij.
Nog opmerkelijker was dat bijna de hele gemeente tijdens dit gebeuren zat te bidden in de kerk waar plots Maria verscheen en de mensen vertelde dat het houten beeld een plaats zou moeten krijgen in de kerk en aanbeden zou moeten worden. Aan dit verzoek werd natuurlijk voldaan en sinds die dag was Boulogne een bedevaartsoord van internationale allure. Jaarlijks trok het beeld duizenden pelgrims waaronder ook edelen en zelfs enkele koningen.
Het beeld van Maria is helaas in de loop van tijd verloren gegaan. Al in de zestiende eeuw werd er door de koning van Frankrijk een nieuw beeld geschonken die tijdens de verwoesting door de revolutionairen bijna helemaal werd verbrand. Bijna, want een hand van het beeld bleef bewaard en die is nog altijd te bewonderen in de kerk.
Afschuwelijk interieur
Het interieur van de kerk is bijzonder negentiende-eeuws en dat is in mijn ogen geen compliment. Ik zag laatst iemand op televisie zeggen dat er een herwaardering is voor neo-architectuur uit de negentiende eeuw. Dat zou kunnen maar dan niet door mij. Ik vind het ronduit lelijk, smakeloos, kitscherig maar zeker interessant. In Nederland kennen wij Pierre Cuypers die Nederland halfvol heeft gezet met feestkerken in een afschuwelijke neostijl. Mooi zijn ze allemaal niet, interessant des te meer.
Crypte
En toch is de Notre-Dame in Boulogne-sur-Mer één van de meest indrukwekkende kerken van Frankrijk en dat is ook nog eens voor een groot deel aan de negentiende-eeuwse bouwlust te danken. Tijdens de bouw van de huidige kerk werd namelijk een enorme crypte uit de elfde eeuw ontdekt. Een compleet middeleeuws ondergronds labyrint met de afmetingen van de huidige kerk; honderd meter lang en veertig meter breed. En daarmee is het één van de grootste in Frankrijk en zelfs in Europa.
De crypte werd na de opening van de kerk ingericht als museum en staat vol met reliekhouders en andere kerkschatten. Enkele wanden zijn in de negentiende eeuw voorzien van schilderingen maar de kapitelen van enkele zuilen uit de elfde eeuw zijn nog puntgaaf. Maar het is met name bijzonder om door de ruimtes en gangen te lopen die zolang geleden zijn gemaakt.
Belfort
Eenmaal weer buiten is het leuk wandelen door de gezellige straatjes vol met mooie panden. In het midden van het stadje staat het stadhuis met een plein dat tijdens ons bezoek vol stond met bloemen. Zoals het hoort in noordwest Frankrijk heeft het stadhuis een toren; een Belfort. En daar zijn ze in deze streek, en in Vlaanderen, trots op. 56 daarvan staan zelfs op de werelderfgoedlijst van de UNESCO.
Met deze torens wilden de bestuurders van steden hun macht laten zien want naast de kerk en de adel was er dertiende en veertiende eeuw een derde groep bijgekomen die torens kon bouwen en dat mocht iedereen weten.
Dit klinkt misschien eigenlijk best kinderachtig maar nu bouwen we wolkenkrabbers die de prestige van een stad of zelfs land laten zien. De torens hadden natuurlijk ook praktische nut; je kan de streek goed in de gaten houden voor nader onheil óf in het geval van grote stad, snel brand ontdekken.
Net als bijna alle andere staat de Belfort van Boulogne naast het gemeentehuis. Maar eigenlijk is het andersom want de toren is ouder en behoorde ooit tot het kasteel van de plaatselijke graaf. Het raadhuis werd een eeuw later gebouwd naast de toren. Je kan de Belfort beklimmen en dan heb je prachtig uitzicht over de oude stad, de haven, het kanaal en bij helder weer kan je zelfs Engeland zien. Dat hebben wij niet gedaan want we wilden een wandeling maken over de verdedigingsmuren.
Verdedigingsmuren
De verdedigingsmuren zijn gebouwd in de dertiende eeuw op het fundament van Romeinse muren en vervolgens in de zestiende en zeventiende eeuw versterkt. De muren sluiten de hele oude stad af van de buitenwereld en zijn gewoon openbaar gebied. De plaatselijke bevolking gebruikt het als een soort park en je kan er prima picknicken.
In de zuidoostelijke hoek staat een fraai klein kasteel dat nu dienst doet als museum met een opmerkelijke mooie collectie van Griekse vazen. Het is gebouwd door een zoon van de Franse koning en diende lang als zetel van de plaatselijke graaf. Het gebouw zelf is één van de eerste kastelen in Frankrijk zonder een Donjon, een versterkt gebouw binnen de muren.
Video van Boulogne-sur-Mer
Beelden van Boulogne-sur-Mer
E-Magazine
In bezit een ereader of tablet? Download dan één van de E-Magazine. Deze lees lekker je op je vakantieadres en ontdek je mooiste dorpen en leukste plekken.
Kaart van Boulogne-sur-Mer en omgeving
Les plus beaux villages de France weergeven op een grotere kaart
In de buurt van Boulogne-sur-Mer
Cassel: stadje op de rand van Vlaanderen ***
In 2018 bleek Cassel de mooiste van Frankrijk en ik had er nog nooit van gehoord. Wat bleek, het dorp ligt bijna op de grens van België tussen Lille en Duinkerken. Dat is zelfs vanuit de Zaanstreek, waar ik woon, in een dag te doen. Vroeg uit de veren en rond elf uur stapten wij uit de auto achter het hoogste punt van de Cassel.
Cassel heet trouwens ook gewoon Kassel. Het is wel Frankrijk, maar het ligt in het Nederlandstalige deel van Frankrijk. Spreken ze in Frankrijk dan Nederlands? Jazeker en niet alleen op de campings in het zuiden. Er is een hele smalle strook in het noordwesten dat Nederlands, of beter Frans-Vlaams, spreekt. Het is een strook van ongeveer dertig kilometer dat grofweg van Lille naar het westen tot aan Duinkerken loopt.
Nederlands
De meeste mensen hier spreken gewoon Frans maar een klein gedeelte van de bevolking spreekt onderling nog Nederlands. Soort van tenminste want je kan hier niet als ABN sprekende Nederlander verstaanbaar maken en begrijpen doe je het ook niet. Maar een West-Vlaming kan zich hier wel verstaanbaar maken heb ik mij laten vertellen.
Het Nederlands is hier lang verdrukt maar sinds enige tijd is hier verandering in gekomen. Zo zijn er weer basisscholen die Nederlands geven en op een enkele middelbare school kan je eindexamen doen in het vak Nederlands.
Het Nederlands is in Frankrijk trouwens populairder dan je zou verwachten. Zo kan je op vijftig universiteiten onze taal studeren en dat doen aardig wat studenten ook. Meestal als bijvak, maar toch zijn er meer Fransen die Nederlands studeren in Frankrijk dan Nederlanders Frans op onze universiteiten.
Franse Nederlanden
Ook historische gezien hoort Cassel bij de Nederlanden. De streek werd nog in de zeventiende eeuw de ‘Franse Nederlanden’ genoemd en het behoorde ook een tijdje bij De Republiek. Niet heel erg lang trouwens want Lodewijk XIV versloeg in 1677 bij Cassel het Staatse leger waarna het gedaan was met de zuidelijke expansie van De Nederlanden. Amsterdam zag er niets in en daar zaten toch de mannen die de oorlog betaalden.
Cassel is dus nu Frankrijk maar niet gewoon Frankrijk. Aan veel dingen merk je dat Vlaanderen dichtbij is en daarmee ook een beetje de Nederlandse cultuur. Dat zie je aan de plaats- en straatnamen die bekend klinken. Ook verschillende etablissementen in Cassel hebben Nederlandse namen. Wat dacht je van het restaurant “’t Kasteelhof” of het café “Bij het Kleintje”.
Ook de eetcultuur heeft duidelijk Vlaamse invloeden. Hoewel bier steeds populairder wordt in heel Frankrijk drinken ze dat hier al wat langer en brouwen kunnen ze ook. In dit deel van Frankrijk hebben ze, tot grote vreugde van de schrijver en zijn kinderen, ook frietkotten. Je kan er dus gewoon lekker een frietje, of patatje op zijn Hollands, op straat eten in Frankrijk, in een puntzak.
Wij bezochten Cassel in de voorjaarsvakantie en het was buitengewoon lekker weer. Vanaf Amsterdam was het een dikke drie uur rijden al deden wij daar wat langer over omdat we een Auchan tegenkwamen. We reden via Lille en de snelweg loopt daar door een redelijk vlak landschap. In het noorden liggen heuvels en op de eerste top ligt Cassel. Je ziet het mooi liggen als je komt aanrijden.
Op de top van de heuvel, te bereiken via een kasseienweg, is een leuk parkje. Wij parkeerden op een soort marktplein de auto vlak achter de top van de heuvel en liepen daarna omhoog. Het eerste wat opvalt is een enorm beeld van Maarschalk Foch, de Franse held uit de Eerste Wereldoorlog. Deze beste man voerde aan het einde van de oorlog het bevel over de Geallieerden en sloot uiteindelijk zelf de wapenstilstand met de Duitsers in november 1918 in Compiègne.
Eerste Wereldoorlog
In 1914 en 1915 had deze held in Cassel tijdelijk zijn hoofdkwartier waar hij de Eerste Slag om Ieper en de Slag om IJzer leidde. Daarom staat er nu een beeld van hem. Het is een indrukwekkend beeld waarvan je aan alles ziet dat het is gemaakt om indrukwekkend te zijn en waar het ook prima in slaagt. Het is een beproefd concept dat terug gaat tot aan de Romeinse Keizer Marcus Aurelius die een beeld liet maken waar hij indrukwekkend op een paard zat.
Het ruiterstandbeeld is niet het enige wat er op de top de heuvel te vinden is. Omdat Mont-Cassel (of Kasselberg) het hoogste punt is van de streek heeft het strategische waarden. Dat werd ook gezien door de Kelten. Zij gaven de voorkeur om hun steden en dorpen op een berg te bouwen zoals Bibracte.
De eerste Belgen
In de eerste eeuw voor Christus woonden op deze heuvel dan ook Belgen, volgens Caesar de moedigste aller Galliërs. Moedig of niet ook zij werden onderworpen door de Romeinen die hier op hun beurt een Castellum bouwden. Hiervan is nu niets meer te zien.
Wel zijn er overblijfselen van een middeleeuws kasteel te bewonderen, al is dit niet heel veel. In de tiende eeuw werd Cassel door de Noormannen bezocht, werkelijk iedereen is hier wel zo’n beetje geweest, en die sloegen zoals gebruikelijk de boel kort en klein.
Vlaanderen verslaat Frankrijk
Een eeuw later versloeg de Vlaamse graaf hier de Franse koning en op dit te vieren liet de graaf een kerk bouwen op het Terrasse du Château zoals het hoogste punt heet. Deze graaf, Robercht genaamd, werd hier ook begraven wat aangeeft dat Cassel een belangrijke plaats was.
De kerk heeft het echter niet overleefd. Aan het einde van de achttiende eeuw werd het gesloopt tijdens de Franse Revolutie maar de plek waar het de kerk heeft gestaan is nog altijd te herkennen aan een perkje met in het midden een monument voor de drie veldslagen die hier plaats vonden. Er is een trap die naar de voormalige crypte leidt maar die is gesloten. Je kan wel door de glazen deur naar beneden turen maar het ziet er beneden redelijk rommelig uit.
Kasteel
Het kasteel werd trouwens al eerder afgebroken. In de veertiende eeuw werd hier namelijk opnieuw een slag tussen Vlaanderen en de Franse Koning geleverd en dit keer wonnen de Fransen. Cassel werd door de Franse troepen geplunderd waarbij het kasteel met de grond gelijk werd gemaakt op de kerk na. Hoewel de Franse koning zijn greep op de Vlaanderen hiermee versterkte zou de streek pas aan het einde van de zeventiende eeuw bij Frankrijk gaan behoren na de slag tussen Lodewijk XIV en De Republiek.
En daarmee is de geschiedenis van de heuvel nog niet helemaal verteld. In de laatste dagen van mei 1940 werd hier hard gevochten door de Britten om hun ingesloten leger bij Duinkerken tijd te geven om naar Engeland te ontsnappen. Daarbij verloren meer dan honderd Engelsen hier het leven en werd het stadhuis compleet verwoest.
Radio Uylenspiegel
Recenter is het verhaal van Radio Uylenspiegel. Dit radiostation is tweetalig en wil de Vlaamse cultuur promoten in België en Frankrijk. In 1978 zond het als piratenzender voor het eerst uit met twee accu’s en een antenne. Om het bereik zo groot mogelijk te houden werd de Kasselberg gekozen om de installatie op te stellen.
Dat mocht niet en België heeft met best zijn best gedaan om de zender uit de lucht te halen. Dat lukte niet en in de jaren tachtig kreeg Radio Uylenspiegel een zendmachtiging. De zendmast staat nog op de berg en is ook gewoon gebruikt. De radiozender is te ontvangen op 91.8 FM, leuk om op te zetten in de auto als je naar Cassel rijdt.
Uitzicht
Op de top van de berg zijn nog twee zaken te zien waarvan één echt de moeite waard is. Ten eerst staat er een molen maar daar worden we als Nederlanders niet echt warm of koud van. Zeker niet als je vlakbij de Zaanse Schans woont krijg je een soort molenblindheid.
Het uitzicht daarentegen is werkelijk fenomenaal. Wij waren er bij helder weer en dan kan je tientallen kilometers ver kijken, tot aan de zee aan toe. Er zijn verschillende terrassen met uitkijkpunten. Kies als het even kan dus een heldere dag uit om Cassel te bezoeken want anders mis je dit uitzicht.
Er zijn grofweg twee routes om naar beneden in het dorp te komen. De één loopt door een soort van park met een trap naar beneden. Hier is een tuinontwerper helemaal losgegaan en de trap is opgesierd met allerlei natuurlijke vormen maar dan van beton. De andere route loopt door straatjes waar je één van de poorten tegenkomt.
Grand’ Place
Uiteindelijk maakt het niet uit want je eindigt als het goed is toch altijd op de Grand’ Place. Dit is de plek waar de hoofdstraat breder is en een soort plein ontstaat. Daarmee wil ik niets onaardigs zeggen, integendeel het is een mooie ruimte en het is er gezellig met cafés, restaurants, terrassen en winkeltjes.
De gevels zijn rijk versierd is dan ook aan te raden om hier even te blijven kijken. Bij mooi weer doe je dat natuurlijk het best van het terras en wel aan de kant van de berg. Ten eerste schijnt daar de zon maar bovendien heb je het beste zicht op de gevels aan de overkant. De gebouwen aan de bergkant zijn veel minder mooi omdat die tijdens de eerder genoemde gevechten aan het begin van de Tweede Wereldoorlog allemaal kapot zijn geschoten.
Aan de andere kant zijn trouwens ook aantrekkelijke etablissementen maar die hebben bijna allemaal hun terras aan de achterkant waar je weer prachtig uitzicht hebt op de omgeving. Dat zijn moeilijke keuzes bij het bezoeken van zo’n dorp.
Wallen
Hoewel het weer prachtig was vonden wij het nog net iets te koud voor een terras en besloten een wandeling te maken langs de wallen te maken. Die in Cassel een heel ander karakter hebben dan in Amsterdam. En hoewel het inderdaad de voormalige verdedigingswallen zijn heet het nu Jardin de Remparts.
Het was een aangename wandeling die ons eerst door een poort leidden en daarna langs de achterkant van een rij tuinen. Het uitzicht is hier ook mooi waarna je terug naar het plein kan door een slam steegje.
Daarna nog even de kerk bezocht die stil en vooral heel erg koud bleek te zijn. Hij staat vlakbij de markt en in de buurt is er nog een poort, de derde van het stadje.
Waar we niet aan toe zijn gekomen is de Jardin du Mont des Récollets. Dit is een bijzonder aardige tuin die volgens mij wel een bezoek waar is.