Museum 24 uur van Le Mans ****
Le Mans

Het museum van bij het circuit van Le Mans biedt een prachtig overzicht van alle auto's die hier hebben gereden. Voor de autoliefhebber is het een must om deze heilige grond eens te bezoeken. Maar ook als je geen autosportfan bent is het interessant genoeg om even te gaan kijken. Het circuit is indrukwekkend en de auto's zijn gewoon echt heel mooi. Rij er niet voor om, maar als je in de buurt bent is het een bezoek waard.

Frankrijk heeft een aantal iconen zoals de Eiffeltoren, de Mont-Saint-Michel, de Tour-de-France, het stokbrood, de wijn en natuurlijk de kaas. De vraag is of de 24 uur van Le Mans hier ook bij hoort. Ik vind eigenlijk wel, al zou je kunnen zeggen dat de race zo groot is dat deze zelfs Frankrijk overstijgt.

Hoe dan ook is voor elke autosportliefhebber, en ik moet toegeven dat ik dat ben, is Le Mans heilige grond. In deze stad in het westen van Frankrijk wordt namelijk in juni één van de drie kroonjuwelen van de autosport gehouden; de 24 uur van Le Mans.

En sommige dieren zijn nog net iets gelijker dan anderen en dat geldt ook voor Le Mans. Want historisch weegt Le Mans zwaarder dan de andere twee, de GP van Monaco en de Indy 500. Hoezo dan?

Museum 24 uur van Le Mans

Rating:

3 van 5 sterren (?)

Zeker zien:

- Museum
- Pitscomplex

Locatie:

open in maps

Locatie:

Open in maps

Na de uitvinding van de auto werden er al snel races georganiseerd om zo snel mogelijk van A naar B te rijden en dat moet je vooral letterlijk nemen. Al voor 1900 werd er al flink gescheurd door auto’s in races van de ene stad naar de andere.

De Fransen waren 1884 de eerste met een race van Parijs naar Rouen. Dit waren ruige tijden waar niet echt over veiligheid werd nagedacht en waar het racegebeuren zich vooral op de openbare weg afspeelde. En dat gebeurd op Le Mans voor een deel nog steeds, maar daarover later meer. Hierdoor werd er wel eens een niets vermoedende wandelaar geschept en dat zorgde voor de nodige sociale weerstand.

Of deze ‘auto’ de race ooit heeft uitgereden is de vraag. Staat er ongetwijfeld bij maar ik ben vergeten wat er op het bordje staat.

De oplossing werd gevonden door een stuk weg af te zetten zodat het publiek beter op de hoogte was van de razende wagens. Ook dit idee werd voor het eerst in Frankrijk uitgerold en wel in het zuidelijk Pau.

in 1906 werd voor het eerst de naam Grand Prix gebruikt voor een autorace en dat gebeurde hier in Le Mans. De eerst Grand Prix werd dus verreden in Le Mans, gewonnen door een Renault. Voor de goede orde, dat was geen Formule 1 race, die werd voor het eerst in 1955 georganiseerd in Silverstone.

Formule 1

De Formule 1 Grand Prix van Frankrijk werd hier slechts één keer gehouden in dat was in 1967, gewonnen door Jack Brabham. Deze race werd echter gereden op het kleinere Bugatti circuit. Dit is een permanente parcours dat ook wordt gebruikt voor de MotoGP dat jaarlijks hier de Franse Grand Prix rijdt. Het is veel korter dan het parcours dat tijdens de 24-uurs race wordt gebruikt.

Tijdens de 2- uurs race in juni wordt echter het complete circuit gebruikt en dat bestaat voor een deel uit openbare weg, de D 338 om precies te zijn. Het beroemde lange rechte stuk, Mulsanne, is hier een onderdeel van. Op dit deel is ook het snelheidsrecord gezet; een Peugeot bereikte hier tijdens de race van 1988 407 km/h. De auto was speciaal gebouwd voor het record en haalde de eindstreep niet.

De Formule 1 rijdt hier dus niet en dat is eigenlijk wel een beetje jammer. Maar Le Mans heeft natuurlijk zijn eigen race en die is groter dan welke Grand Prix ook.

Belangrijkste race van het jaar

De race werd voor het eerst gereden in 1923 en geldt als de belangrijkste wedstrijd voor het wereldkampioenschap lange afstand racen. De race is zelfs zo belangrijk dat een overwinning hier voor de coureurs én de fabrikanten zwaarder telt dan het wereldkampioenschap. Een beetje zoals Wimbledon voor tennis is of The Ashes voor cricket.

Deze prachtige Lagonda vormt een onderdeel van de collectie. En ja, hij lijkt op Brum.

De auto’s zijn iets langzamer dan een Formule 1 wagens maar moeten het veel langer volhouden; een Formule 1 race is maximaal twee uur. Het evenement is enorm en trekt meer dan 250.000 bezoekers en die maken er een geweldig feest van. Volgens Wikipedia is het zelfs het grootste sportevenement van Europa maar dat is natuurlijk moeilijk te meten. De Tour-de-France kan ook voor die titel gaan denk ik.

Hoe dan ook is hier meer dan honderd jaar race geschiedenis te vinden en dus is op het circuit een museum te vinden waar je het verleden kan bekijken. Bij binnenkomst moet je direct kiezen of je naast het museum ook (een deel) van het circuit wilt zien. En dat wil je!

Mooi collecte auto’s

Het museum is niet enorm maar er staat voldoende om je een paar uur te vermaken. De basis van de collectie vormen de auto’s die ooit hebben meegedaan aan de beroemde race. De opzet is niet revolutionair maar wel effectief: je begint bij de eerste race en wandelt dan langzaam richting de eenentwintigste eeuw.

Voor de autoliefhebber is het een feest der herkenning, weet je er niet zo veel van dat is het ontzettend leuk om de verschillende modellen te bekijken en te bewonderen. Raceauto’s zijn weleens waar heel functioneel ontworpen, ze moeten vooral snel zijn, maar dat maakt de vormen interessant en vaak zelfs heel erg mooi.

Dit is voor mij de Le Mans auto pur sang. Een prachtige auto in iconische kleuren. Deze auto bleef zelfs de race winnen nadat het fabrieksteam zich had teruggetrokken.

Voor mij begon het feest pas echt in de jaren tachtig. Er was toen bitter weinig autosport op televisie behalve ‘International Motorsports’ op Sky Channel. Daar was helaas geen Formule 1 te zien maar de lange-afstandsrace’s kwamen vaak voorbij en die werden bijna altijd gewonnen door een Porsche, meestal door het fabrieksteam in de iconische Rothmans kleuren met coureurs als Ickx, Bell, Mass en mijn favoriet Bellof.

Het is bijzonder leuk dat je dan ineens naast zo’n raceauto staat waarbij het mij opviel dat ze niet bijzonder groot zijn. Vooral de wielen zijn minder hoog dan mijn knie en ook de auto zelf kwam nauwelijks tot mijn middel.

De Porsches wonnen in de jaren tachtig bijna alle uitvoeringen tot dat in 1988 Jaguar een zeer serieuze poging deed om de Duitse hegemonie te doorbreken. En dat lukte zo waar met Jan Lammers achter het stuur. Ook deze auto staat hier gewoon.

Naast een berg Audi’s en Peugeots, die allemaal de race wonnen, staan er ook bijzondere auto’s die niet zo succesvol zijn geweest. De Nissan Nismo uit 2015 is daar een prachtig voorbeeld van.

Deze bijzondere auto heeft de motor voorin, voorwielaandrijving én werd bestuurd door coureurs die goed waren in een videospel. De winnaar van dat jaar staat er achter; een Porsche natuurlijk!

Nissan besloot mee te doen maar deed alles anders dan de rest van het veld. De motor ligt voorin en die drijft de voorwielen aan. Daarnaast besloot Nissan (een deel) van de coureurs te rekruteren uit competitie van het videospel ‘Gran Tourismo’. Prachtige ideeën die helaas niet uitmondde in een overwinning, Porsche won gewoon.

Wankelmotor

Een andere Japanse fabrikant die het anders aanpakte was Mazda en die had wel succes. Mazda besloot een auto met een wankelmotor in te zetten. Deze motoren, waarbij een driehoekige schijf in plaats van een zuiger zorgt voor de aandrijving, zijn beroemd voor hun verbruik en onbetrouwbaarheid. Mazda zag in de vierentwintiguursrace een middel om het tegendeel te bewijzen en deed dat met succes; in 1991 won het de race als eerste Japanse fabrikant.

Nadat we even het museumwinkeltje hadden bekeken, met heuse Michel Valliant outfits, besloten we het circuit te gaan bekijken.

Deze Mazda met wankelmotor won de race in 1991 en daarmee was Mazda het eerste merk dat de race won.

Het meest interessante is het pitscomplex en die is te bereiken doormiddel van een tunnel. Het is echt enorm en deed mij denken aan een klein vliegveld. Tijdens ons bezoek was er een training van motoren en dus was de paddock gevuld met vrachtwagens, caravans en andere voertuigen en werd er druk gesleuteld aan indrukwekkende racemotoren.

Het pitscomplex is enorm, veel groter dan Zandvoort.

Omdat de training op het punt van beginnen stond werden we tegengehouden bij de pits. Daar mochten we officieel niet in maar na een beetje aandringen was het wel mogelijk om de pitsstraat te bekijken. Het is indrukwekkend en het is altijd leuk op te lopen wat je op televisie vaak hebt gezien.

Daarna hebben we plaatsgenomen op de hoofdtribune tegenover de pits en de razende motoren bewonderd. Hoewel het een training betrof was het evengoed indrukwekkend om deze met hoge snelheid voorbij te zien komen.

Video van Museum 24 uur van Le Mans

Beelden van Museum 24 uur van Le Mans

E-Magazine

In bezit een ereader of tablet? Download dan één van de E-Magazine. Deze lees lekker je op je vakantieadres en ontdek je mooiste dorpen en leukste plekken.



Downloaden doe je hier >>

Kaart van Museum 24 uur van Le Mans en omgeving


Les plus beaux villages de France
weergeven op een grotere kaart