Balazuc Schilderachtige straatjes hoog boven de Ardèche
In Balazuc lijkt het elke dag vakantie. Het klimaat is heerlijk warm, de straatjes schilderachtig, het eten goed en je kan altijd even afkoelen in de rivier. Dankzij de toeristen is de streek welvarend. Je kan het je nauwelijks voorstellen, maar ooit waren hier geen toeristen waren en dat hier diepe armoede heerste. In de negentiende eeuw kreeg de streek een economische impuls met de introductie van de zijderups. Deze opleving bleek echter tijdelijk en echt goed ging het hier pas toen na de jaren zestig van de vorige eeuw we hier massaal onze vakantie gingen vieren.
De geschiedenis van Balazac is natuurlijk veel ouder. In de middeleeuwen was hier ook niet altijd feest want het dorp lag meer dan eens in de frontlinie van de oorlogen die hier zijn uitgevochten. Uit die tijd stampt ook het kasteel en de versterkte Romaanse kerk. De nauwe straatjes en steegjes vormen een doolhof waar het heerlijk wandelen is. Eten doe je hier vanzelfsprekend goed in één van de restaurants waar lokale producten als geitenkaas en asperges op de kaart staan. Tot slot is een kanotocht over de Ardèche een echte aanrader.
Video van Balazuc
E-Magazine
In bezit een ereader of tablet? Download dan één van de E-Magazine. Deze lees lekker je op je vakantieadres en ontdek je mooiste dorpen en leukste plekken.
Evenementen in Balazuc
Kaart van Balazuc en omgeving
Les plus beaux villages de France weergeven op een grotere kaart
In de buurt van Balazuc
Vogüé: dorp, kerk en strandje langs de Ardèche
Sixt-Fer-à-Cheval: alpendorp met enorm keteldal **
Aan de linkerkant staan een paar huizen terwijl aan de andere van de weg parkeerplaatsen en terrassen elkaar afwisselde waar daar naast een paar meter lager een rivier woest zijn weg zoekt. We parkeerden onze auto om de boel te inspecteren. Er is was wel iets van een pleintje met een fontein maar alles was best een beetje saai en buiten het natuurschoon helemaal niet bijzonder.
We besloten de brug over te steken om daar te zoeken naar het mooie van het dorp. En hoewel er best mooie huizen stonden was het allemaal niet bijzonder. Een beetje teleurgesteld stapten we de auto maar weer in om verder te zoeken aan de andere kant van de rivier. Hier kwamen we ook niet veel verder en uiteindelijk reden we terug naar de brug en sloegen rechtsaf richting het natuurpark.
Natuurpark
Het park bleek veel publiek te trekken en na een kilometer of wat stonden we in de file voor een loket. Het bleek dat je voor de auto hier alvast een parkeerkaartje moest kopen of verder te lopen. Aangezien we iemand in een rolstoel bij ons hadden en het pad er nogal slecht uitzagen betaalden we maar en reden verder.
Na een aantal kilometer kwamen we aan bij een zeer grote parkeerplaats die nogal ruw was aangelegd. Dit was enige momenten in Frankrijk dat ik spijt had geen SUV te rijden want de parkeerplaats was nogal rotsig en had veel hoogte verschillen. Daarbij stonden er nogal wat auto’s zodat het nog moeilijk was om een plekje te vinden. Gelukkig mochten onze vrienden in de rolstoel helemaal tot in het keteldal rijden.
Zij stonden er dan ook al een tijdje voordat wij daar aan kwamen wandelen. Eenmaal in het dal begrepen waarom Sixt-Fer-à-Cheval een Plus Beaux Village de France was. Dit is ongetwijfeld één van de mooiste keteldalen in de Alpen en waarschijnlijk in Europa. Het is ongelofelijk groot met aan drie kanten reusachtige muren. Deze zijn echter zo ver weg dat je echt goed moet kijken om de vele watervallen die langs de muur lopen te onderscheiden.
Helaas waren wij niet in staat om een flinke wandeling te maken maar we gaan zeker hier nog eens terug om dat wel te doen. Wij hebben slechts een van een lekkere picknick genoten terwijl we hebben genoten van het zeer fraaie landschap.
Maar als je wel een lange wandeling achter de rug hebt dan kan je in één van de restaurants een welverdiende maaltijd genieten waar je kan genieten van de traditionele gerechten uit de Savoie. Dat daar een flesje witte wijn niet mag ontbreken hoeft niemand je te vertellen.
Yvoire: dorp met uitzicht over het meer van Genève *****
Vanaf de Mont Blanc strekt zich een soort hoogvlakte uit dat zich tot aan het Meer van Genève. Best een aardige omgeving maar het is even schrikken als je gewend bent om de hele dag naar de hoogste alpentoppen te kijken. Halverwege bekroop mij het gevoel van spijt van deze rit. Waarom laat ik het meest spectaculaire landschap van Frankrijk, en misschien wel van Europa, achter mij om een dorp te bezoeken?
Eenmaal aangekomen troffen wij enorme parkeerterreinen waar we wonder boven wonder onze auto achterlieten op een schaduwrijk plekje. De schaduw en het grote parkeerterrein gaf ons een beetje hoop want daar was nog niets van de schoonheid van het dorp te zien. Yvoire is zoals het mooiste meisje van de klas waarvan bescheidenheid niet alleen de schoonheid camoufleert maar ook daar een onderdeel daarvan is.
De pracht van het dorp laat zich pas zien als je de poort door bent. Hier staat je direct in een prachtig straatje vol met middeleeuwse huisjes. De één nog mooier dan de ander. En ja het is er ook heel druk maar dat boeide mij helemaal niet want ik wist dat de autorit niet voor niets was geweest; dit is een mooi dorp!
En het werd alleen nog maar mooier. Yvoire heeft niet alleen prachtige straatjes, het heeft een prachtig kasteel dat met zijn fundering in het meer van Genève staat. Het verdedigingswerk beschikt over een eigen haventje en dat maakt het een perfect decors voor de verfilming van de graaf van Monte-Cristo of zoals mijn dochter opmerkte; “Als ik een locatie voor ‘Wie is de Mol?’ zou mogen uitzoeken zou ik het hier doen.”
Veerboot
Aan de westelijke zijde van het kasteel bevindt zich de grote jachthaven. Hier kan je lekker zitten, een ijsje eten of iets drinken en gewoon heerlijk kijken want er is genoeg te zien. Zeker op de pier heb je prachtig uitzicht op het meer waarop zeilboten het water snijden. Hier kan je ook de veerboot naar Zwitserland nemen die je in 30 minuten naar de Nyon brengt. Wij hebben het niet gedaan.
Aan de andere kant van het kasteel ligt een oudere haven en dat is ook weer zo’n mooie plek waar je uren kan zitten. Vroeger was dit een vissershaven maar tegenwoordig liggen hier voornamelijk plezierboten. De pier ligt als een halve maan om de haven heen en verraadt hoe het kan spoken op het meer. Tijdens ons bezoek was het erg warm. hield het meer zich rustig en werd de pier gebruikt om een frisse duik te nemen in het diepe water.
Parkje
Naast het haventje ligt een park met een groot grasveld met schaduwrijke bomen en zelfs een strandje waar kinderen heerlijk in het water kunnen spelen. Dit alles met een fantastisch uitzicht op het meer en het dorp. Wat een feest.
Vanaf de oude haven loopt een straat een beetje steil omhoog waar het dorp mij overtuigde om hem vijf sterren te geven. Want naast mooie straatjes, een kasteel, twee prachtige haventjes en een mooi park met strandje mistte ik nog een mooi plein. En die is er ook gewoon, inclusief een oude boom, fontein en leuk terras. Voor ons was het tijd voor een lekker ijsje en dat hebben we dan ook maar besteld.
Yvoire is een heel erg mooi dorp en ja het is er inderdaad druk, maar omdat het vrij groot is en voldoende voorzieningen zijn valt het niet zo erg op.
La Garde-Adhémar: dorp langs de autoroute du Soleil
In het dorp zelf staat natuurlijk ook een kerk. Het is een Romaans exemplaar met een achthoekige toren die in het midden van de kerk is geplaatst. Dat zie je wel meer bij Romaanse kerken in het zuiden van Frankrijk. Wat minder gewoon is, is de entree die rond van vorm is. De achterkant, of beter de westkant, van de kerk heeft dezelfde vorm.
Vlakbij de kerk is er een mooie kruidentuin die in de jaren negentig is aangelegd. Tot slot zijn er de verdedigingswerken die stammen uit de dertiende eeuw.
Mirmande: terrasbouw in de Drôme
Maar het liep allemaal anders want aan het einde negentiende eeuw ging het mis. De vraag naar zijde daalde dramatisch waardoor het één na de andere boer het voor gezien hield. Het dorp liep leeg en de gebouwen raakte in verval. Dit proces werd versterkt door de belasting. Deze werd namelijk berekend aan de hand van de hoeveelheid dakpannen en om onder belastingverplichtingen uit te komen sloopten huiseigenaren massaal de daken. Je hoeft geen bouwkunde te hebben gestudeerd om te bedenken dat dit een negatieve invloed had op de conditie van de gebouwen in het dorp.
Mirmande werd uiteindelijk gered door een combinatie van fruit en kunst. De landbouw stapte over op fruit en het vervallen dorp bleek aantrekkelijk te zijn voor kunstenaars. Een beetje ruïne levert kennelijk inspiratie op. André Lhote was daar er één van. De kubist vestigde zich in het dorp en zette het zo weer op de kaart.
Ook nu nog wonen er kunstenaars in Mirmande die hun werk exposeren in één van de twee kerken. Naast kunst is er aandacht voor de natuur. Zo is er een botanische route uitgezet met aandacht voor de flora van de Drôme.
Mirmande is een prachtig dorp dat door zijn ligging aan de snelweg een perfecte plaats is om wat langer te stoppen tijdens een lange rit. Dat is veel aantrekkelijker dan een overvolle aire en het dorp heeft een bakker waardoor ook de hongerige reiziger aan zijn trekken komt.
Albertville – Conflans: middeleeuws dorp met Olympisch uitzicht ***
De vallei is vruchtbaar, hier wordt heerlijke witte wijn gemaakt, en ligt op een strategische plek tussen Frankrijk, Zwitserland en Italië. Conflans ligt halverwege het dal en controleert de zuidoostelijke toegang hiervan. Het is niet zo verwonderlijk dat deze plek door de Romeinen is gekozen voor een nederzetting die dankzij handelscontacten met Milaan, Lyon en Vienne in de eerste eeuwen na Christus een bloeiperiode kende. Conflans zelf was hierin slechts van militaire betekenis, de handelsplaats zelf lag ten westen van het huidige Albertville in Gilly sur Isère. Er zijn dan ook weinig Romeins zaken te ontdekken in Conflans maar des te meer middeleeuws want in de veertiende eeuw kende het dorpje wederom een groei en daar is nog veel van te zien.
Bereikbaarheid
Om Conflans te bereiken kan je het best via de N90 rijden en afslaan vlak voordat de weg de Isère over gaat. Neem vervolgens de eerste brug over de rivier en hou die aan je linkerhand. Na een minuut of twee zie je dan aan de rechterkant de weg naar Conflans. Je kan het dorp ook via de andere kant bereiken maar daar is bijna geen parkeergelegenheid.
Tijdens ons bezoek was het weer somber maar gelukkig wel droog. Vanaf de parkeerplaats is het flink klimmen om de kleine poort te bereiken. Bij het beklimmen van de trap troffen wij een Belgisch echtpaar met het hoofd in de klimop in een redelijk staat van opwinding. Navraag wees uit dat zij een bijzondere slak hadden gevonden tussen de bladeren van de wingerd. Kennelijk was het uitzonderlijk geval want er werd druk gefotografeerd en telefonisch contact gezocht met de andere leden van de slakkengemeenschap. Conflans is dus ook een uitstekende plek voor slakkenliefhebbers.
Eenmaal door de poort sta je plots in de intieme wereld van het dorp. De hoofdstraat, de Rue Gabriel-Pérouse, leidt je naar het centrale plein. Hier vind je leuke winkeltjes waar ambachtelijke producten worden aangeboden. Opvallend zijn de gesmeden uithangborden die worden gemaakt in de historische smederij in Marthod. Liefhebbers kunnen deze smederij nog bezoeken die enkele kilometers ten noorden van Albertville ligt.
Kerk
Interessant is de kerk die aan je linkerhand verschijnt. De ligging is opvallend en de stijl is niet echt zoals je die in Frankrijk verwacht. De kerk uit de achttiende eeuw staat flink hoger dan de straat en het pleintje ervoor wordt beheerst door twee trappen die zich naar de ingang krullen. Op de gepleisterde gevel zijn schilderingen aangebracht die meer Oostenrijks dan Frans aandoen.
Binnen staat een indrukwekkend goudkleurig altaarstuk met redelijk schilderijen in een kleurig geschilderd interieur. Het deed mij denken aan de bouwsels in de Dom in Trier, het is zeker interessant, maar ik kan het niet heel mooi vinden. Wel mooi is de preekstoel waar een houtbewerker helemaal los is gegaan met als resultaat een knap maar ook een prachtig beeldhouwwerk.
Kasteel
Terug buiten besloten wij niet terug naar de hoofdstraat terug te keren, maar een pad te nemen dat achter de kerk loopt. Dit is een leuke route dat ons naar het kasteel, of wat er van over is, bracht. Ooit een machtig bouwwerk die de omgeving beheerste, nu is het een park met een groot terras met een prachtig uitzicht over het dal en Albertville. Een prima plek voor een picknick, te rusten en lekker te genieten.
Op de terugweg komen we langs Grande Place, het bloemrijke centrale plein van het dorp met mooi huizen en een goede fontein. De terrassen maken het plaatje compleet, maar niet voor ons want het begon net te regenen. Het Rode Huis trekt op het plein de meeste aandacht. Dit huis er al sinds de dertiende eeuw en is nu het historische museum van het Alberville. De collectie bestaat uit archeologische vondsten uit de omgeving, oude gereedschappen, ski’s en historische meubelstukken. Als je er zin in hebt zijn dit soort plaatselijke musea best leuk, maar wij hadden even niet zo’n dag.
Albertville
Bij een bezoek aan Conflans ontkom je er eigenlijk niet aan om ook even in Albertville te kijken. De stad zelf is niet zo heel erg interessant maar de plek waar de Olympische Spelen in 1992 zijn gehouden is wel leuk. Ik kan mij de opening nog goed herinneren waar aantrekkelijke dames rondliepen in futuristische pakken van doorzichtbaar plastic ballen. Ik vond het prachtig.
De plek van de openingsceremonie is nog te herkennen en vormt nu een onderdeel van een groot park waar allerlei sportieve activiteiten te doen zijn. Dat klinkt bijzonderder dan het is want bij ons bezoek was het koud, regenachtig en vooral heel leeg. Herkenbaar is nog wel de paal waar omheen de opening en sluiting van de Spelen plaats vonden. Even verderop ligt de hal waar het ijshockeytoernooi werd gehouden met daarvoor een enorme stalen bloem waar het vlam brandde. Helaas kan je de hal niet in want die staat op instorten. Een groot bord voor het gebouw meldt dat er wel plannen zijn om de boel te renoveren.
Tegenover de hal lag de schaatsbaan waarvan ik de tribunes direct herken. Nu is het een atletiekstadion want Fransen snappen natuurlijk helemaal niets van lange baan schaatsen. De boel is er nog en wordt nog gebruikt maar daarmee is het wel gezegd; het geheel doet een beetje Oost-Europees aan. Toch de plek historisch want het schaatstoernooi van 1992 is laatste die in de open lucht is gehouden.
Voor de Nederlanders viel het allemaal niet mee. Onze ijskoningin Yvonne van Gennip zakte compleet door het ijs, Leo Visser was meer bezig met zijn carrière als piloot en alleen Falco Zandstra wist zilver te pakken op de 5.000 meter. De Nederlandse mannen werden verder compleet weggereden door de Noorse helden Karlstad en Koss terwijl de dames geen antwoord hadden op het geweld uit de voormalige DDR. Tot de laatste dag dan. Onze Bart Veldkamp reed in een heroïsche rit Geir en Johann Olav naar huis en pakte zo het enige Nederlandse goud in Albertville, op de tien kilometer. Dit bleek het laatste Olympische goud in de open lucht en dat gun ik die Veldkamp wel; wat een held!
Net toen wij het voormalige ijsstadion binnen liepen kregen we te maken met een wolkbreuk, en wat voor één. Hagelstenen zo groot als tafeltennisballen bombardeerden het Olympisch park waarna een belachelijk onweer losbarstte. Het leek wel of Thor nog even gram kwam halen omdat onze Bart het goud voor de neuzen van de Vikingen had gestolen. Ik hou wel van dit soort meteorologisch geweld en het past ook wel bij de redelijke trieste omgeving waar ooit de ogen van de wereld op gericht waren. Nog tien jaar niets doen en ze hebben daar een prachtige ruïne uit de twintigste eeuw. Als je hiervoor gevoelig bent en je bent in de buurt zou je even moeten gaan kijken, het liefst op een regenachtige dag.
Chamonix: Aiguille du Midi en de Mer du Glace *****
Chamonix wordt de hoofdstad van de bergsport genoemd. Aangezien wij geen klimmers zijn, drie van de vier gezinsleden hebben hoogtevrees, dachten wij niet zo veel te zoeken te hebben in dit stadje aan de voet van de Mont Blanc. Maar dat bleek helemaal verkeerd gedacht want Chamonix is helemaal leuk en wij hebben er ons […]
Aiguèze: prachtig uitzicht over de rivier de Ardèche ****
Kasteel
De plaatselijke baron bouwde in die tijd een versterkte toren op deze plek tegen de invallen van de Moren die zich op het Iberische schiereiland hadden gevestigd. Hij koos een uitstekende plek voor zijn vesting want deze is aan de kant van de rivier goed verdedigbaar en beschikt over een eigen waterbron. Wie wel eens in het zuiden van Frankrijk is geweest weet dat vers water tijdens de hete zomer geen overbodige luxe is. Deze investering bleek echter overbodig omdat de Saracenen uiteindelijk in het zuiden van de Provence werden tegengehouden en dus nooit zo noordelijk zijn geweest. Toch had de burcht zijn nut voor de baron want het boterde niet zo goed tussen hem de Bisschop van Viviers wat nog wel eens ontaarde in wat schermutselingen.
Tijdens de Honderdjarige oorlog tussen Engeland en Frankrijk ging het voor Aiguèze pas echt mis. Deze lange oorlog ontstond omdat de Koning van Engeland meende dat hij meer recht op de kroon van Frankrijk had dan de Franse Koning. Deze uit de hand gelopen familieruzie speelde zich af op Frans grondgebied waar de beide partijen uitgebreid gebruik maakten van huurlingen.
Deze plunderende vechtjassen waren een ramp voor het land die tijdens de soms lange vechtpauzes als ZZP-ers avant la lettre hun plundertochten op eigen naam doorzetten. In de tweede helft van de veertiende eeuw was Aiguèze de klos en viel het in handen van zo’n vechtclub waarna de Koning van Frankrijk zich genoodzaakt zag om de vesting met de grond gelijk te maken. Zo gingen die dingen in die dagen. Deze gebeurtenissen worden ieder jaar eind juni nagespeeld met een groot feest en een kleurrijk riddertoernooi. Of dit nu echt een middeleeuwse sfeer geeft is natuurlijk maar de vraag, maar leuk is het altijd wel.
Bloeitijd
De boel werd pas een eeuw later weer opgebouwd waarna het dorp een betrekkelijk bloeitijd kende. Er werd een kerk gebouwd, die er nog steeds staat maar in de negentiende eeuw onherstelbaar is ‘gerestaureerd’. Er werden prachtige huizen gebouwd en ook die staan er voor een groot deel nog in sfeervolle straatjes, steegjes en rustieke pleintjes. Hier vind je naast de nooit ontbrekende kunstwinkeltjes ook fijne restaurantjes met schaduwrijke terrasjes. Hier kan je genieten van de plaatselijke heerlijkheden waarbij de wijn uit de wijngaarden rondom het dorp niet bij mag ontbreken.
Het kasteel, of wat ervan over is want het is niet helemaal heel meer, is een bezoek waard. De wandeling naar de ruïne begint bij een natuurlijke poort in een krijtrotsen met daarna een voetpad met een ongelofelijk uitzicht over de rivier en de omgeving. Alleen dit pad is een bezoek aan het dorp al waard.
In de omgeving
Het landschap rondom de Ardèche is erg mooi en wordt beheerst door de rivier die zich door de krijtgrond snijdt. Doorgewinterde Frankrijk-gangers herkennen direct de overeenkomsten met de Dordogne. Net als de rivier in het westen van Frankrijk zijn er langs de Ardèche enorme grotten te vinden die door ondergrondse rivieren zijn uitgesleten.
De combinatie van het aangename klimaat, het water en de grotten maken de streek zeer aantrekkelijk. De jaarlijkse (tijdelijke) migratie van miljoenen toeristen naar de Ardèche staat in een lange traditie want het is zeer waarschijnlijk dat hier de eerste menselijke bewoners van Europa zich vestigden. De streek ligt bezaaid met dolmen ofwel Franse hunebedden, archeologische vindplaatsen en er zijn in verschillende grotten zijn muurschilderingen gevonden. In de Grotte Cauvet werd in 1994 muurschilderingen gevonden waarvan de oudste meer dan 30.000 jaar oud zijn. Dat is twee keer zou oud als de schilderingen van Lascaux.
De schilderingen zijn zo bijzonder dat er is besloten om de grot niet open te stellen voor het publiek. Dat is natuurlijk jammer maar er zijn genoeg andere grotten die het bezoeken waard zijn. De bekendste zijn de grotten van Aven d’Orgnac waar ook een prachtig museum over de prehistorie te vinden is.
Boucieu-le-Roi: dorp in het onbekende Ardèche
Artistiek
De laatste jaren is Boucieu steeds meer op het toerisme gericht, onder andere door regionale marktjes, maar vooral door kunst. Je vindt deze op onverwachte binnenplaatsjes, waar je vrijblijvend kunt binnenwandelen.
Laat je je rijden, of ben je sportief?
Een andere bezienswaardigheid vind je beneden het dorp. Nabij de rivier de Doux en het spoorwegstationnetje houdt er in de zomer een paar keer per week le Mastrou en Le Train d’Ardèche halt. Deze stoomtrein is een aanrader, zeker als je de Gorges d’Ardeche van dichtbij wilt ervaren of als je naar de markt van Lamastre (dinsdag) wilt. Van hieruit gaan er ook een aantal wandelroutes rondom het dorpje. De sportievelingen kunnen ook hun energie kwijt in de Velo Rail. Vanaf Boucieu trap je met z’n vieren met gemak in comfortabele en sportieve karretjes naar Pont de Troye. Op sommige tracés gaat het zelfs erg rap. Menig achtbaan is er niets bij. Bij het eindpunt aangekomen, brengt de Autorail – een diesel loc – je terug naar Boucieu-le-Roi.
Knorrende magen
Bij aankomst kan je op het station je honger stillen met regionale delicatessen, charcuterie en fruit. En als het zo’n heerlijke warme dag is, loop dan 5 minuten naar de oude Le Pont du Roi (vernoemd naar Philippe le Bel) over de Doux, die hier door het landschap meandert en zorgt voor de hoognodige verkoeling. Of nuttig een helder biertje, rosé of limonade aux fraises bij de bistro (waar je ook ook prima kan eten).
Wil je langer in deze streek blijven dan is er binnen een kilometer een camping. Deze biedt het hoognodige voor een aantrekkelijke prijs, geen zwembad, wel de rivier op steenworp afstand. Het dorp Boucieu biedt ook nog enkele Gîtes de France. Zo raak je langzaam bekend met het onbekende.