Ile de France
Het hart van Frankrijk
Ile de France is de streek rond Parijs en vormt het hart van Frankrijk. Omdat Parijs alles behalve een dorp is gaan we op deze site niet verder in op de hoofdstad, daar is al genoeg over geschreven. Maar in de streek rondom Parijs zijn voldoende mooie en interessante dingen te beleven. Vanuit deze streek wist de Franse koning zijn wil op te leggen. Het is dan ook het bestuurlijke centrum van Frankrijk maar is daarnaast ook het culturele centrum van de natie en één van de belangrijkste van Europa. (meer…)
E-Magazine
In bezit een ereader of tablet? Download dan één van de E-Magazine. Deze lees lekker je op je vakantieadres en ontdek je mooiste dorpen en leukste plekken.
Kasteel van Fontainebleau: de rustige broer van Versailles ***
in Ile de France/door RogierJachtslot
Maar terug naar Fontainebleau want daar gaat dit artikel over. Het kasteel ligt in een uitgestrekt bos dat nog altijd geldt als het meest uitgestrekte en ruigste rondom Parijs. Dat was in de middeleeuwen al zo en het was een aantrekkelijke plaats om te jagen. Dat deden de Franse koningen dan ook graag en veel.
Deze plek is vanaf Parijs op een paard nog wel een stukje en als koning wil niet altijd kamperen. Een stukje onroerend goed biedt dan uitkomst. Lodewijk de Heilige liet daarom een slot bouwen dat later werd uitgebreid met de verdedigingsmuren en bijgebouwen.
Renaissance
In de zestiende eeuw onder het bewind van Frans I was het kasteel behoorlijk vervallen en daar besloot de koning wat aan te doen. Hij liet de boel compleet verbouwen en er een renaissance-kasteel van te maken. Geheel volgens de nieuwste trends die waren overgewaaid uit Italië en groot genoeg zodat hij hier zijn hof kon houden.
De entourage van de koning was nog niet zo groot als die van Lodewijk XIV een eeuw later, maar het kasteel werd fors uitgebreid zodat iedereen kon blijven slapen na een jachtpartij. Tevens kwam er een kapel en een grote balzaal waar feesten en partijen werden georganiseerd. Frans I hield wel van een feestje en het moet hier dan ook vaak erg gezellig boel zijn geweest.
Galerij
Een paar jaar later werd het kasteel nog eens flink uitgebreid waarbij er een galerij werd toegevoegd. Deze kamer is prachtig versierd met invloed uit Italië. Hoewel de oorspronkelijke functie van dit vertrek niet helemaal duidelijk is, werd het in bijna alle paleizen in Europa gekopieerd. Een kasteel zonder galerij als deze was niet compleet was het devies in die tijd.
Na Frans I breidden verschillende Franse koningen het kasteel nog uit. Zo werd de beroemde hoefijzervormige trappen voor de hoofdingang in de zeventiende eeuw toegevoegd door Lodewijk XIII. De bouw van Versailles zorgde ervoor dat Fontainebleau minder bewoond werd al heeft Lodewijk XV nog wel wat laten aanpassen. Na de revolutie verbleef Napoleon graag in het pand om uit te rusten van zijn veldtochten maar een echte residentie werd het nooit meer.
Frans I
Frans I werd koning van Frankrijk in 1515 en geldt als één van de meest belangrijkste vorsten van de Renaissance. Hij was de grote tegenspeler van keizer Karel V en de Engelse koning Hendrik VIII, die met zijn vijf vrouwen. Met allebei maakte hij geregeld ruzie en dat ontaarde nog wel eens in een oorlog waarin hij niet altijd even succesvol was. In het binnenland wist hij het land te versterken door middel van een sterke centralistische politiek. Zo was het Frans I die het Frans de officiële bestuurstaal maakte en kreeg hij de macht om geestelijke te benoemen.
Vandaag kennen we Frans I vooral als kunstliefhebber. Hij zorgde ervoor dat de Renaissance uit Italië naar Frankrijk kwam door bijvoorbeeld Leonardo da Vinci naar zijn hof in Amboise te halen. Hij was zeer geïnteresseerd in kunst en cultuur; zo vormt zijn kunstcollectie met onder andere de Mona Lisa, de basis van van de collectie van het Louvre hangt. Ook de architectuur droeg hij een warm hart toe en dat uitte zich in een bouwwoede die ongekend was in zijn tijd,
Parijs was niet zijn ding en dus zocht hij zijn heil elders in Frankrijk. Het eerste deel van zijn regering was hij vooral te vinden in de Loire vallei bij Blois. Daar liet hij een enorm jachtslot in Chambord bouwen. Later was hij vaak te vinden in Fontainebleau waar hij het middeleeuwse kasteel liet ombouwen tot een enorm paleis. Daarmee zette hij de trend neer dat uiteindelijk zou resulteren in de bouw van het paleis van Versailles.
Rustig
Wij bezochten Fontainebleau in het hoogseizoen en tot onze verbazing was het zeer rustig. Het kasteel ligt slecht zestig kilometer van Parijs en ik verwachtte geen hordes toeristen zoals in Versailles maar het was zo rustig dat ik even dacht dat het kasteel gesloten was. Ik kon de auto direct bij de hoofdingang parkeren en trof twee stelletjes en twee Amerikaanse dames aan in het voorhof, verder was er niemand.
Omdat het hof een vrij grote ruimte is had ik het idee dat we praktisch alleen waren en dat is natuurlijk geen vervelende ervaring. Toch vond ik het vreemd omdat dit kasteel toch echt als één van de hoogtepunten van de Franse bouwkunst bekend staat en niet voor niets op de UNESCO lijst staat.
Prima voor de ervaring natuurlijk en we liepen vanzelf naar de hoofdingang met de beroemde trappen. Maar tot onze verbazing kan je daar niet in. Het was even zoeken maar uiteindelijk gingen we via een ingang in de linkervleugel naar binnen.
Luxe vertrekken
Eenmaal binnen wordt je verwend met een enorme hoeveelheid prachtige kamers, zalen en andere vertrekken. De één nog mooier en smaakvoller ingericht dan de ander. Het ligt voor de hand om Fontainebleau te vergelijken met Versailles. Natuurlijk is Versailles veel groter, indrukwekkender en ik vind de buitenkant ook mooier.
Maar als het gaat om het interieur wint Fontainebleau; Het is kleiner, gezelliger en menselijker. Natuurlijk zijn de kamers gebouwd om indruk te maken en daar slagen ze ook goed in, maar waar in Versailles de decoraties compleet over de top zijn, zijn de vertrekken van het kasteel van Fontainebleau precies goed. Daarbij zijn de versieringen minstens even interessant zeker omdat de invloeden van Italiaanse Renaissance hier zo goed te zien zijn.
Balzaal
De balzaal van Fontainebleau is het meest indrukwekkende kamer in het kasteel. Het heeft een uniek cassetteplafond en dat is eigenlijk al genoeg om een bezoek aan dit paleis te brengen. De wanden zijn aan de bovenkant versiert met drukke schilderingen terwijl de onderkant is bekleed met fraaie houten lambrisering.
Een ander bijzonder element in de balzaal is zonder twijfel de haard. Deze is prachtig versierd met ‘Fleur de Lys’ van bladgoud en takken van fraai houtsnijwerk om duidelijk te maken dat dit het jachtkasteel was van de Franse koning.
Het meest in het opvallendste onderdeel van de haard zijn echter de twee enorm beelden. Het betreffen satirs te herkennen aan bokkenpoten en hoofddeksels met druiventrossen. Dit zijn de maten Dionisius, de Griekse god van de wijn, en volgens de mythen verschenen deze jongens als er flink gefeest en gedronken werd. Of ze verschenen vlak daarvoor maar dat weet niemand precies meer. Hoe dan ook was het altijd een gezellige boel als deze gasten ten tonele verschenen en het zegt iets over hoe het hier aan toe ging tijdens de jachtpartijtjes van de koning.
Als je nu langs of door het grote paleis loopt dan vergeet je snel dat het hele complex oorspronkelijk was bedoeld voor de jacht. Rondom Fontainebleau was een zeer groot woud en ook nu nog is het bos het grootste en ruigste rondom Parijs. Je kan hier geweldig wandelen en er is het barst er van het wild.
Tuin
Het bos grenst aan de achtertuin van het kasteel. De achtertuin van de koning is vanzelfsprekend lekker ruim opgezet. Er is een groot kanaal die doet denken aan die in Versailles en vlak achter het paleis is een joekel van een vijver met een speciale attractie; midden in de water staat een prachtig compact theehuis.
De tuinen van het kasteel van Fontainebleau zijn gratis toegankelijk en zijn een perfecte plek om te picknicken. Je kan er heerlijk genieten van een stokbrood met kaas of ham en genieten van de tuin en het paleis op de achtergrond.
En net als het hele complex is ook de tuin, zeker in vergelijking met Versailles, erg rustig. Toen wij er waren was er naast een joggende mademoiselle helemaal niemand.
Daarmee wil ik niet zeggen dat je niet naar Versailles moet gaan. Integendeel, ik denk dat je het paleis gezien moet hebben om Frankrijk te begrijpen en het is werkelijk ongelofelijk indrukwekkend.
Fontainebleau is misschien iets minder gigantisch maar nog altijd erg groot. Het is bijvoorbeeld een flink stuk groter van ’t Loo in Apeldoorn. Het is ook minder bekend en daarom een stuk minder druk en dat maakt de beleving heel anders en eigenlijk veel leuker.
Paleis van Versailles: het Franse wereldwonder ****
in Ile de France, Yvelines/door RogierVerloren in de ruimte
Het gebouw is bijzonder groot maar je hebt nooit het gevoel dat je als mens volledig verdwijnt in de ruimte dat ik bijvoorbeeld wel heb op het plein tussen de wolkenkrabbers van La Défense.
Hoe kan dit? Er spelen hier een aantal factoren een rol. Het begint al als je het gebouw nadert vanaf het voorplein. Het kasteel ligt iets hoger en neemt je gehele gezichtsveld in beslag. Echt heel erg groot dus maar door het hoogteverschil ‘zakt’ het paleis iets in de grond en dankzij de opbouw van het gebouw krijgt je blik direct grip op het bouwwerk waardoor je je niet verloren voelt.
Het centrale deel van de voorgevel ligt wat dieper met daarvoor een plein dat aan drie kanten bebouwd is. Dit plein is niet zo heel erg groot en voelt zelfs als je er staat een beetje intiem aan.
Vanaf veraf kijk je als bijna vanzelf naar dit centrale gedeelte dat verder naar achter ligt ten opzichte van de rest van de gevel. Dit gedeelte heeft iets van een natuurlijke voordeur van het immense paleis en vormt ook de kern van het gebouw. Hier stond het oorspronkelijke jachtslot en hier bevinden zich de slaapkamers van het koninklijk paar. De gevel hiervan is zelfs best bescheiden.
Natuurlijk heeft het de nodige versiering en zijn er prachtige materialen gebruikt maar het is niet heel groot. Ik zou ook iedereen bij een bezoek aan raden om op het pleintje vlak voor deze gevel te gaan staan. Het is aan drie kanten bebouwd en heeft zwart witte tegels waardoor het een intieme karakter van een patio heeft.
Om hier te komen met je eerst door de ijzeren poort waar een veiligheidscontrole is ingericht. Die duurt niet lang maar het geeft je de kans om even de ijzeren hek te bewonderen. Daarna wordt je geleidt naar de linkervleugel waar de ingang is. Deze is makkelijk te herkennen aan de rij met toeristen want binnen is er nog een uitgebreidere controle waar je je tas moet achterlaten.
Maar voordat dat je daar bent ga je eerst nog over het plein voor de as van het gebouw. Je hebt de neiging om automatisch in de rij aan te sluiten maar doe dat niet. Ga even op de zwart en witte tegels staan en laat het gebouw op je inwerken om de sfeer te voelen.
Eenmaal binnen loop je over de begane grond door het gedeelte van het oude jachtslot dat verrassend klein en sober is uitgevoerd. Hier bevinden zich wat kleinere kamers waaronder de appartementen van de dochter van Lodewijk XV.
De Koninklijke kapel
Het echte spektakel begint op de eerste verdieping die je via de trap bereikt. Als eerste wordt je langs de kapel geleidt die bewonderd kan worden vanaf de vestibule. Het woord kapel is hier niet echt van toepassing, het is gewoon een kerk en een mooie ook. De kerk is gebouwd in het laatste deel van het leven van Lodewijk XIV en is geïnspireerd op de Sainte Chapelle in Parijs. De kerk heeft net als die in Parijs dan ook twee verdiepingen.
Geheel in koninklijke stijl is hij gewijd aan de naamgenoot en voorganger van de Zonnekoning; Lodewijk IX de heilige. Ook hier zijn de verhouding perfect en is het versierde plafond dat de aandacht trekt. De schilderingen hebben de heilige drie-eenheid als thema. Als goed katholiek woonde Lodewijk XIV hier elke dag ’s ochtend de mis bij.
Kamer van Hercules
Het volgende vertrek draagt de naam van de klassieke held Hercules waar vreemd genoeg een groot schilderij hangt genaamd ‘De maaltijd van Simon’, een scene uit het nieuwe testament. Het schilderij is een cadeau van Venetië aan de Franse koning. Aan de andere kant hangt een schilderij van Hercules wat de naam van de kamer verklaard.
In deze grote kamer sta je voor het eerst tussen de rijkdom van materialen waarmee het paleis is gebouwd en het hoge niveau van de decoraties. Het is hier druk met toeristen en ik moest even wennen aan de overdaad aan versieringen. Ik wist echt niet waar ik moest kijken want de vertrekken van het paleis hebben ongelofelijk veel details.
Het is overweldigend maar vreemd genoeg wen je hier snel aan. In de eerste kamers sta je echt te duizelen maar je hersenen beginnen al snel te filteren en zijn de andere kamers, die net zo rijk versierd zijn, niet zo overweldigend meer, op één na dan want er is hier nog een overtreffende trap.
Galerij van kamers
De volgende kamers liggen naast elkaar en omdat de deuren aaneengesloten liggen vormen ze zijn soort galerij. Ze zijn allemaal prachtig maar ook stampvol en wij werden door de suppoosten gevraagd om niet stil te staan. Dat is toch wel een beetje jammer en dus ik trok mij er niet veel van aan.
Na deze kamers maak je een bocht en bevind je je in de oorlogskamer. Deze heeft als thema de oorlogsoverwinningen van Lodewijk XIV. Historisch gezien zou het dan niet eens zo grote kamer hoeven te zijn want de man heeft veel oorlogen gevoerd maar hij is niet de geschiedenis in gegaan als een groot veldheer. Hoewel de oorlogskamer interessant is wordt de aandacht echter direct getrokken naar de kamer die zich achter de deur bevind; de spiegelzaal.
De spiegelzaal: enorm smaakvol
De spiegelzaal is het juweel van het kasteel en misschien wel de meest bekende zaal ter wereld. Hij is ruim 73 meter lang en dat is genoeg om twee zaalhockeyvelden achter elkaar te leggen, al zou een potje zaalhockey hier wel een kostbare aangelegenheid worden. De kamer is adembenemend mooi.
Naast de prachtige decoratie speelt het licht in de zaal een grote rol. Overdag zorgen de grote ramen aan de tuinkant voor daglicht dat wordt gereflecteerd door de spiegels aan de andere kant van de zaal. Zo lijkt het net of er aan twee kanten ramen zijn.
Het doet mij denken aan de burgerzaal in het Paleis op de Dam die aan twee kanten daglicht heeft. Het zou mij niet verbazen als de architect hier door geïnspireerd is. Het gebouw in Amsterdam is uit dezelfde eeuw en gold toen als een meesterwerk, wat het ook is al vergeten we dat wel eens. ’s Avonds zorgden de kaarsen in de kroonluchters voor het licht dat door het geslepen glas en de spiegels maximaal werd verspreidt.
De zaal dankt zijn naam aan de spiegels die in de tijd van de bouw verschrikkelijk duur waren. Tijdens de bouw heette de zaal nog gewoon nog Grande Galerie, een naam die de lading goed dekt trouwens. Pas later werd het omgedoopt tot spiegelzaal. De zaal is gebouwd bij de laatste grote verbouwing van Versailles onder Lodewijk XIV. Daarvoor was er op deze plek een groot balkon met in het midden een fontein waar feesten werden gegeven en toneelstukken werden opgevoerd. Zoals je op de foto kan zien is het hier druk, maar de zaal is daar op gebouwd.
Tijdens het koninkrijk was de zaal eigenlijk een verbindingszaal naar de vertrekken van de koning maar bij speciale gelegenheden werd het gebruikt als ontvangst-, dans- en feestzaal en dat moet een prachtig geweest zijn. Voor het oog tenminste want het is bekend dat in de achttiende eeuw het niet zo goed gesteld was met de hygiëne waardoor de geur in het paleis overweldigend moet zijn geweest en dan niet in de positieve zin.
Koninklijke vertrekken
Na de spiegelzaal kom je in de privé vertrekken van de koning. Deze zijn niet zo overweldigend als de spiegelzaal maar zeker interessant. In de eerste kamer gebruikte de koning zijn maaltijden.
Nu zou je denken dat de koning met zijn edelen gezellig met elkaar gingen eten maar ook voor het eten had de Zonnekoning golden strikte regels. Van Lodewijk XIV is bovendien bekend dat hij meer dan een gezonde eetlust had; de man at verschrikkelijk veel.
Daarmee staat hij in een middeleeuwse traditie waarin machtige mannen het meest eten om zo hun mannelijkheid te onderstrepen. Zo zijn er verhalen van Karel de Grote (800) dat hij elke dag een kraanvogel, drie schouderstukken, één kapoen en drie kippen at terwijl hij op dieet was. En ook nu begrijpen wij dit onmiddellijk want volgens de reclame zijn echte mannen altijd bezig met grote hompen vlees op een grote barbecue waarbij oerbier wordt gedronken uit grote glazen. Al hebben deze tegenwoordig geen pruik op maar een grote baard die ze een uur per dag moeten verzorgen, wat niet zo mannelijk overkomt.
Na de eetkamer kom je langs de slaapkamer van de koning. Ook deze is weer rijk versierd en ook deze is helemaal ingericht volgens de tradities van het hof. Hier begon om klokslag acht uur de dag in het paleis als de koning opstond. Na het opzetten van de pruik arriveerden de eerste edelen die de ceremonie mochten meemaken en dat was een enorme gunst aan het of. Het aankleden van de koning kon wel twee uur duren waarbij de edelen hun mond moesten houden.
Galerij der veldslagen
De laatste grote zaal die je bezoekt is de Galerij der veldslagen. Dit is een lange zaal die pas in het begin van de negentiende eeuw is gemaakt, dus honderd jaar later dan de Zonnekoning. Tijdens Lodewijk XIV waren hier appartementen voor de edelen. Als je goed kijkt is dit ook duidelijk te zien want de zaal is meer een museum dan een koninklijk vertrek en dat is ook precies waarom hij is gemaakt.
Na de revolutie en het keizerrijk van Napoleon kreeg het kasteel de functie van een museum en deze zaal vertelt de Franse geschiedenis aan de hand schilderijen van de grote veldslagen. Of beter aan de hand van Franse militaire overwinningen. Verloren veldslagen zoals die bij Poitiers of Waterloo zijn hier niet te vinden. Hoe nationalistisch kan je het krijgen.
Ondanks de nationalistische inslag en dat de schilderijen niet barsten van de creativiteit en vakmanschap heb ik mij hier uitstekend vermaakt. Als je een beetje op de hoogte bent van de Franse geschiedenis is het leuk om langs de enorme schilderijen te lopen en te zien hoe het negentiende-eeuwse Frankrijk zijn eigen geschiedenis zag.
Auvers-sur-Oise: de laatste maanden van Vincent van Gogh
in Ile de France, Val-d'Oise/door RogierEr zijn mensen die denken dat Rembrandt, Vermeer, Mondriaan of wellicht De Kooning de beste Nederlandse schilder ooit is. Dat is natuurlijk een vergissing. Het is namelijk Van Gogh en als je er beetje over nadenkt dan kan je geen andere conclusie. Werkelijk overal ter wereld kent men Vincent en nergens anders staan er zo lange rijen voor een museum dan voor het Van Gogh museum in Amsterdam. Elk museum in Japan, Egypte, Amerika, Iran, Australië of waar dan ook dat werk van hem heeft presenteert het als een pronkstuk. Dat is natuurlijk geen bewijs voor maar het gevolg van de kwaliteit van het werk van Van Gogh.
De echte reden is dat zijn werk je raakt en dat hij van een unieke generatie is die kunst opnieuw definieerde, een eigen weg in sloeg die net even verder ging waardoor het je ziel harder raakt. Mocht je twijfelen ga maar kijken in Amsterdam of in het Kröller-Müller. Voor Mozart geldt trouwens het zelfde, ook zijn werk raakt je onmiddellijk hard in je ziel.
De Nederlandse zeventiende-eeuwse meesters vallen echt in een andere categorie. Ik werd daar nog eens fijntjes op gewezen toen ik het Louvre bezocht. Dit enorme museum heeft een ongelofelijke collectie schilderijen waaronder ook werk van Vermeer en Rembrandt. Ze hangen prachtig maar wel op de derde verdieping van de minst belangrijke vleugel op meer dan een kwartier lopen van de ingang. Tijdens mijn bezoek was de afdeling Nederlandse schilderkunst bovendien gesloten. Niemand maakte zich druk hierover en negentig procent van de bezoeker is het waarschijnlijk niet eens opgevallen. De Nederlandse schilders uit de zeventiende eeuw hebben indrukwekkend werk gemaakt maar het valt in het niet met wat Van Gogh de wereld heeft laten zien.
Enfin je snapt wat ik wil zeggen; ik vind Van Gogh een hele grote en ik ben niet alleen. Al behoort hij eigenlijk niet tot mijn favoriete schilders en weet ik ook niet zoveel van hem. Een goede vriend van mij, die ook een artikel over Vincent op Dorpen in Frankrijk heeft geschreven, heeft wel een grote interesse in Van Gogh en hij wees mij er dan ook op dat de schilder aan het einde van zijn leven vlakbij Parijs woonde. Dat wist ik eigenlijk niet en toen wij in de buurt een gîte huurden ga je natuurlijk even kijken.
Pronkstuk
Over pronkstukken gesproken; In 2018 werd in een televisieprogramma het Plakkaat van Verlatinghe door de Nederlandse bevolking is gekozen tot het ‘Pronkstuk van Nederland‘. Dat is natuurlijk een vergissing. Wellicht heel belangrijk, maar echt geen bal om naar te kijken natuurlijk. Deze vergissing is niet erg en het kwam door een mengeling van nationale gevoelens en een aantrekkelijk pleidooi van Pleij, laat dat maar aan hem over. Het echte pronkstuk van Nederland kan natuurlijk alleen maar door Vincent Van Gogh zijn gemaakt. Zijn werk is het allermooiste en beste dat ooit door een Nederlander is gemaakt. Okay Rembrandt komt lichtelijk in de buurt maar je hebt het toch over het verschil tussen Beckenbauer en Cruijff.
De enige die daarbij in de buurt komt is Anne Frank. Maar een Duits geboren meisje en een Nederlander die zijn heil zocht in Frankrijk kan natuurlijk geen titel als het ‘Pronkstuk van Nederland’ worden gegeven. Daarbij past het niet in de Nederlandse cultuur om één iemand op het schild te hijsen en het is dan ook veilig om iets te kiezen wat door een collectief en in onze ogen redelijk anoniem is gemaakt. Dat snapt iedereen en daarom werd het iets waar niemand ooit van gehoord had, al is dat laatste moeilijk toegeven. Heb ik gelijk? Natuurlijk! Na het lezen van dit stukje weet je weer wat het Plakaat van Verlatinghe is terwijl je Van Gogh niet was vergeten.
Gewoon rondwandelen
Ik had eigenlijk geen idee wat ik mij moest voorstellen van het dorp. Ik kende alleen het schilderij met de kerk van het dorp maar verder wist ik niets. Bij aankomst viel het in eerste instantie niet mee. Het is eigenlijk een gewoon Frans dorp. Mijn goede vriend Jeroen had mij de tip gegeven dat ik gewoon maar een beetje moest rondwandelen én dat een bezoek aan zijn kamer wel interessant is. Hij had helemaal gelijk.
Omdat onze gîte in het volgende dorp stond hebben we Auvers in twee dagen gedaan, of eigenlijk twee dagdelen. Bij ons eerste bezoek liepen we vanaf het Hotel de Ville naar de begraafplaats. Deze aangename wandeling leidt je langs een mooi deel van het dorp en bovendien langs de kerk die Van Gogh heeft vereeuwigd. De begraafplaats ligt iets buiten het dorp boven op een heuvel en als je slecht ter been bent kan je hiervoor beter de auto nemen, ben je dat niet dan is een wandeling verplicht.
Dit is de dezelfde wandeling die zijn vrienden en zijn broer maakten bij de begrafenis van Vincent. Niet vanuit de kerk zoals je zou verwachten, maar vanuit kroeg waarboven hij een kamer had gehuurd.
Omdat hij zichzelf met een vuurwapen dodelijk had verwond werd het gezien als zelfmoord en dat maakte een dienst in de kerk lastig. Als alternatief hebben zijn broer en zijn vrienden hem herdacht in de eetzaal van Auberge Ravoux waar ze zijn kist hebben omgeven met zijn schilderijen waarna ze hem naar de graf hebben gebracht. Een karige dienst voor een man die dingen heeft gemaakt die zoveel mensen hebben kunnen genieten. Om het platter zeggen; de schilderijen die het lichaam van Van Gogh omringden hebben nu zoveel waarde je achteraf kunt zeggen dat het de duurste begrafenis in de Franse geschiedenis was.
Begraafplaats
Op het bordje bij ingang van de begraafplaats staat keurig aangegeven waar de grote schilderheld ligt begraven. Ik had dat bord wel gezien maar mijn aandacht direct werd getrokken door de tekst dat er ook Engelse oorlogsgraven aanwezig waren waarop ik mij afvroeg van welke oorlog deze waren. Hierdoor miste ik de aanwijzing waar Van Gogh lag en liep dus maar gewoon de begraafplaats op met het idee dat dit toch wel zou staan aangegeven. Niet dus.
Nu is de begraafplaats van Auvers sur Oise niet heel erg groot maar het duurde toch even voordat ik het gevonden had. Sterker nog, ik wandelde er gewoon voorbij en vond eerst het graf van Corneille. Dat is eigenlijk niet zo heel gek want deze schilder van de Cobra heeft en prachtig graf met een grote afbeelding van zijn werk terwijl Van Gogh een zeer bescheiden steen heeft. Gelukkig liggen ze binnen vijf meter van elkaar en dat is eigenlijk best bijzonder.
Deze twee Nederlanders zijn trouwens niet de enige kunstenaars die hier rustten. Schrijvers, beeldhouders, dichters en schilders; er liggen een heel stel. Het geeft maar aan de het geen toeval is dat Vincent van Gogh hier heeft gewoond en gewerkt; dit is een dorp dat veel kunstenaars aantrok en dat nog altijd doet.
Voor Van Gogh was de keuze voor Auvers sur Oise een logische omdat het relatief dicht bij zijn broer Theo was, er een goede dokter woonde die hem een beetje in de gaten kon houden en dat hij in de natuur en het boerenland rondom het dorp genoeg inspiratie was om te schilderen.
Topwerk
De verhuizing pakte dan ook goed uit voor de schilder. Hij huurde een kleine kamer, sloot vriendschap met de dokter en vond het dorp en omgeving prachtig. Dagelijks trok hij met zijn schildersezel het landschap in en schilderde in korte tijd ongeveer tachtig schilderijen waaronder een flink aantal meesterwerken. Niet alleen landschappen maar ook de portretten die hij hier maakte zijn van een ongekende schoonheid. Vooral de kleuren zijn echt adembenemend.
Van Gogh leek zijn draai gevonden maar toch ging het goed mis. We weten eigenlijk niet wat er gebeurd is maar de officiële versie is dat Van Gogh het veld is ingelopen en zichzelf in zijn buik heeft geschoten. Ernstig gewond strompelt hij terug naar zijn kamer in Auberge Ravoux waar alarm wordt geslagen. Zijn broer komt de volgende dag vanuit Parijs en vindt hem betrekkelijk vrolijk in zijn bed. Bovendien rookt hij rustig zijn pijp. Dat geeft hem moed maar de verwondingen zijn toch te ernstig. Vincent van Gogh sterft de volgende nacht in het bijzijn van zijn broer en de dokter waarmee hij ook een sterke band mee heeft.
Kamer in de herberg
Zijn kamer waar hij is gestorven kan je bezoek in de herberg en is zoveel mogelijk in oude staat hersteld en kan je bezoeken. De herberg staat tegenover het gemeentehuis en is nog steeds een restaurant. Als je eerst iets wilt eten dan moet je de voordeur in en als je de kamer van Van Gogh wilt zien dan moet je linksom naar de achteringang. In een klein hokje zit een mevrouw en koop je een kaartje waarna je naar de eerst verdieping mag. Daar is een kleine boutique met veel boeken en allerlei Van Gogh souvenirs en daar moet je even wachten omdat de kamer alleen met een rondleiding kan worden bezocht. Je kan kiezen tussen Frans en Engels.
Wij kozen voor het laatste en werden in het bekende Frans Engels door een charmante dame naar boven geleidt. Ons groepje bestond naast ons uit twee Aziatische vrouwen en een meisje uit Amerika. Ze kwam uit Portland en was helemaal alleen uit Parijs gekomen om het dorp van Van Gogh te bekijken. Ze was jarig en is een groot fan van de schilder zo verzekerde ze mij.
Kamertje van Vincent van Gogh
Na het bestijgen van de trap stonden we plots in een heel klein kamertje met een inbouwkast en een stoel, de muren zijn kaal met hier en daar een scheur. De langste wand, die de kamer scheidt van een ander kamertje, is helemaal ‘ingepakt’ met doorzichtig perspex. De bedoeling was mij niet duidelijk en de gids kon er ook geen duidelijk antwoord opgeven.
De plek gaf mij een bijzonder gevoel, ik noem het maar historische sensatie en dat is een vreemd ding wat ik niet helemaal kan verklaren. Ik geloof niet zo in krachten die ik niet kan waarnemen maar in dit kamertje werd ik toch een beetje emotioneel. Ik heb dat gevoel eerder gehad zoals in Oradour, de kerk in Carcassonne, de loopgraven van de Eerste Wereldoorlog en in Sachsenhausen. Nu ik dit zo opschrijf besef ik mij dat het allemaal plekken zijn waar mensen zijn gestorven. Het gevoel zal ongetwijfeld te maken hebben dat je weet dat er op die plek in het verleden iets is gebeurd maar ik sta er altijd een beetje verbaasd over dat ik het voel.
De gids vertelde dat Vincent van Gogh hier had gewoond en redelijk gelukkig was geweest. Het kamertje is veel te klein om tachtig schilderijen te herbergen en omdat er meer schilders in de herberg woonden had de eigenaar beneden een opslag waar het werk kon worden opgeslagen.
Eten deed Van Gogh in de eetzaal die er ook, zo verzekerde de gids mij, weer helemaal uit ziet als in de tijd van Van Gogh hier leefde. Inmiddels was het duidelijk dat de Aziatische dames zich aan het verveelden en begonnen het andere kamertje te bekijken. Dat was niet helemaal de bedoeling en de gids opent een deurtje waarin de dames in nog een derde ruimte verdwijnen. Even later is ze terug terwijl er muziek begint te spelen. Ze wil duidelijk nog even doorpraten en dat doen we dan ook.
Vraagtekens bij zelfmoord
Het onderwerp is de dood van Vincent van Gogh. Hier zijn volgens de gids nog veel vragen en het is eigenlijk onduidelijk of het wel zelfmoord is geweest. Volgens haar is het heel moeilijk om je in de zijkant in je buik te schieten met een pistool. Daarbij is jezelf in je buik schieten niet de meest handige manier om er een einde van te maken.
In het politierapport staat dat Van Gogh op de laatste dag heeft verklaard dat hij zichzelf heeft neerschoten maar er staat tevens dat vlak na zijn verklaring de beide broers in bij zijn van de agent en de dokter lang in het Nederlands hebben gesproken. Dit is vreemd want ze spraken normaal gesproken Frans met elkaar. Het is dan ook niet in het rapport terug te vinden wat er toen besproken is. We zullen het waarschijnlijk nooit helemaal weten.
La Roche-Guyon: dorp langs de Seine
in Ile de France, Val-d'Oise/door RogierKasteel
Na de val van het Romeinse rijk bleef door de strategische ligging La Roche-Guyon een belangrijke plek. Dat gaat gepaard met mythologische gebeurtenissen van allerlei lokale helden en heiligen. Mooie verhalen maar wat we zeker weten is dat in de elfde eeuw een kasteel is gebouwd op de hoge krijtrotsen boven de rivier om het koninklijk gebied rond Parijs te verdedigen. Kennelijk was dat nodig in die tijd.
Een eeuw later wordt het kasteel grondig verbouwd en daarbij wordt er iets opmerkelijks gedaan. In de rots waar het kasteel staat wordt vanaf het dorp een tunnel naar de burcht gegraven. Deze tunnel bestaat nog en brengt je in 250 treden naar de kerkers van het kasteel. Zeker even kijken als je er bent.
In de loop der eeuwen gaat het kasteel, het dorp en het recht om tol te heffen op schepen op de Seine over van verschillende aanzienlijke adellijke families. Tijdens de achttiende eeuw wordt onder de rots stapje voor stapje een nieuw kasteel gebouwd. Als je goed kijkt zie je duidelijk de verschillende stijlen van de gebouwen. De minder bedeelde mensen van het dorp hakken in rotsen woning uit en die zijn er ook nog. Het dorp wordt in deze tijd een belangrijk knooppunt van handel en dat trekt steeds meer mensen. Het centrum moet een gezellige boel zijn geweest met kroegen en herbergen.
In de negentiende eeuw krijgt La Roche-Guyon te maken met krimp. Hoewel de bevolking halveert verdwijnen de handel en de kleine ambachten niet en dat zorgt voor leven in de brouwerij. Er wordt geprobeerd wijn te verbouwen langs de oever van de Seine. Ondanks de kalkgrond, dat goed is voor de druiven wordt het geen succes en verdwijnen de wijngaarden na verloop van tijd. Kennelijk was het spul niet te zuipen.
Hugo en impressionisten
Victor Hugo verblijft in deze tijd twee keer in het kasteel. Hij vindt het somber, verlaten en desolaat en als goed romanticus is dat in zijn ogen prachtig. Hij schrijft er aan zijn dochter over. Hij is niet de laatste kunstenaar die het dorp bezoekt.
In het tweede deel van de twintigste eeuw wordt het dorp zelfs populair bij de impressionisten. Monet, Renoir, Degas, Pissarro zijn vaak te vinden in de straatjes en vinden inspiratie in het landschap. Er zijn dan ook flink wat schilderijen gemaakt in en rondom het dorp. De reden van deze populariteit is dat de eigenaar van de stamkroeg van de kunstenaars in Parijs oorspronkelijk uit dit dorp kwam.
Erwin Rommel
Het dorp duikt in de twintigste eeuw nog even op in de wereldgeschiedenis als de Duitse Generaal Rommel in 1944 het kasteel zijn hoofdkwartier maakt. Zijn voornaamste taak was het tegenhouden van de Engelsen en Amerikanen die een aanval voorbereiden. Tijdens D-Day was Herr Rommel echter niet op zijn werkplek te vinden maar onderweg naar zijn jarige vrouw. Hij had een nieuw paar schoenen voor haar gekocht.
Op deze plek moet de beroemde generaal contact met de groep rond Von Stauffenberg hebben gehad over een complot tegen Hitler. Deze mislukte echter jammerlijk en dat kostte Rommel uiteindelijk zijn leven. Dankzij zijn populariteit onder het volk mocht hij de hand aan zichzelf slaan.
Tot slot is het gemeentehuis en de overdekte markt nog even een bezoekje waard. Deze zijn gebouwd in de negentiende eeuw en zeker een bezoekje waard.