Tag Archief van: Kapel

Roscoff ***
Heerlijk havenstadje in Bretagne

Roscoff is een heerlijk Bretons havenplaatsje aan de mooie baai van Morlaix. Het stadje is één van de beste plekken om de ruwe kust van Bretagne te bekijken.

Naast de haven heeft Roscoff een rotsige kust, een fijn strand, een exotische tuin, een klein centrum met leuke winkels en gezellige restaurantjes plus een prachtig uitzicht op de baai van Morlaix. Tel daarbij nog eens de mogelijkheid om met een pontje naar het prachtige Île de Batz te bezoeken en je weet dat je je hier zeker een dag kan vermaken.

Onze gîte lag om de hoek en daarom zijn we een aantal keren in Roscoff geweest. De leukste keer was zonder twijfel ons bezoek in de avond op Quatorze Juillet en we het bekende vuurwerk bekeken. Het spektakel vond plaats op het eilandje Sainte-Anne. Het was gezellig druk en voordat het vuurwerk losbarstte werd er vreemd gedanst op rare doedelzakmuziek en werden er crêpes en galettes gegeten. Het kwam allemaal pittoresk op ons over.

Roscoff

Rating:

3 van 5 sterren (?)

Zeker zien:

- Haven
- Pier
- Centrum

Locatie:

open in maps

Locatie:

Open in maps

De witte kapel van Sainte Barbe in RoscoffVervolgens ging iedereen naar het strand waar een mooie vuurwerkshow werd gegeven. Het vuurwerk was, zoals altijd in op de Franse feestdag, prima maar het was vooral de plek aan de baai die het bijzonder maakte. Ben je in de buurt op 14 juli, dan is dit echt een aanrader.

Kapelletje van Sainte-Barbe

Tussen het strand van Sainte-Anne en Roscoff ligt de witte kapel van Sainte-Barbe. Het ligt bovenop de rots en vanaf hier heb je één van de mooiste uitzichten op de baai. Het gebouw zelf is somber en niet overmatig interessant, het gaat om het uitzicht en die is top. Toen wij er waren stonden er in de tuin leuke moderne beelden die we ook in het stadje zelf tegen waren gekomen. Het is mij niet duidelijk of dit een tijdelijke tentoonstelling was. Vlakbij het kerkje is ook de aanlegplaats van de ferry naar Engeland en Ierland en dat is ook altijd leuk om te zien.

Haven

Maar het mooiste gedeelte is het stadje zelf en dan met name de haven. En die was bij aankomst leeg; niet de boten maar het water was weg. Voor mij was dat de eerste keer in Bretagne dat ik het verschil in getij in Bretagne meemaakte, en dat is indrukwekkend.

In Nederland hebben wij natuurlijk de Waddenzee die helemaal leeg loopt. Toch is het verschil daar tussen hoog en laag water over het algemeen niet veel meer dan twee meter. Toen ik dit artikel schreef vroeg ik mij af waar het grootste verschil tussen hoog en laag water in Nederland is en dat bleek in Vlissingen met bijna drie meter.

Drooggevallen boten in de haven van Roscoff in Bretagne

De haven van Roscoff valt bij eb volledig droog. Links ligt een prachtige platbodem uit Amsterdam.

‘Waar is het water nou?’

Hoewel dat best een groot verschil is lachen ze daar in Bretagne om. Daar is het verschil tussen hoog- en laagwater namelijk tussen de acht en twaalf meter en daarmee is het grootste getijde verschil in Europa. Dat had ik mij dit niet zo gerealiseerd voordat we naar dit deel van Frankrijk afreisden en stond daarom een beetje vreemd te kijken toen ik het in het haventje van Roscoff de boten allemaal droog zag liggen.

Het grote verschil tussen hoog- en laagwater zagen we later tijdens onze week in Bretagne vaker maar het bleef indrukwekkend. In nabijgelegen Morlaix reden we langs de rivier die helemaal was leeggelopen. Voor de jachthaven was een sluis waardoor de bootjes als badeendjes in een badkuip dobberden.

Zo’n groot verval is spectaculair om te zien maar het heeft zijn prijs. Zo’n droogvallende zeebodem bevat veel leven en die zijn hier niet allemaal berekend. Dood of levend verspreidt het zeeleven een zekere geur die niet iedereen als aangenaam zal worden ervaren.

Gezellige straatjes en winkels

Straatje in Roscoff, Bretagne

Het centrum van Roscoff heeft gezellige straatjes met leuke winkels en restaurants.

Maar goed terug naar Roscoff. De haven was leeg en er lagen verschillende boten op de bodem van de haven. Eén daarvan was een prachtige platbodem uit Amsterdam. De bemanning was kennelijk bewust dat een afvaart er voorlopig niet in zat en hadden blijkbaar de tijd genomen om het stadje te verkennen. Een verstandige keuze.

Het centrum is bijzonder mooi en heeft prachtig granieten huizen waar ook nog eens leuke winkeltjes en boetiekjes zijn te vinden. En wie is uit gewinkeld kan altijd even een kijkje nemen in de gotische kerk die later is voorzien van een renaissance versie van een typische Bretonse toren. Dat de kerk is betaald door reders is te zien aan de versiering van karvelen en andere boten. Binnen is een aardig altaar van het Heilige Hart te bewonderen met versieringen die erg Engels aandoen.

Île de Batz

In de haven kun je het veer naar Île de Batz nemen en dat is een leuk uitje. Het eilandje ligt vlak voor de kust en is bereikbaar met een boottochtje van een minuut op vijftien. Het is dus niet ver maar naar het eiland zwemmen is niet verstandig want de stroming is hier bijzonder sterk waardoor je waarschijnlijk ergens bij Bordeaux weer aan land komt.

De pont naar de ile de Batz vertrekt bij laag water vanaf het einde van de pier.

De pont naar de Île de Batz vertrekt bij laag water vanaf het einde van de pier.

Bij eb vertrekt de boot vanwege het gebrek aan water niet vanuit de haven maar vanaf een op het einde meer dan vijfhonderd lange pier. En je hoeft per se de boot te nemen om hierover te wandelen en dat is vanwege het mooie uitzicht een aanrader.

Natuurlijk heeft het stadje een vuurtoren en die net als die op het eiland is die in juli en augustus te beklimmen. Tevens is er een exotische tuin waar meer dan drieduizend planten zijn te bewonderen.

Naast een haven is Roscoff een tevens kuuroord. Al in de negentiende eeuw kwamen hier huidpatiënten kuren in baden van zeewier. En dat doen ze hier nog steeds. Aangezien we geen problemen hebben met onze huid hebben we dit fenomeen maar gelaten voor wat er is.

Het eerder genoemde strand is wel een bezoek waard. De ‘Gulf Stream‘, een warme stroom uit de Caribische zee, voert langs de kust en dat geeft Roscoff een aangenaam en gematigd klimaat. Ze zeggen dat het hier nooit vriest en dat kan best kloppen wat het zeewater heeft een prettige temperatuur.

Johnnies

Het gebied rondom Roscoff staat bekend om zijn uien. Hoewel wij vooral artisjokken hebben gezien worden hier al eeuwenlang uien verbouwd. Deze werden oorspronkelijk gebruikt als voedsel voor de scheepsbemanning want uien zijn lang houdbaar en bevatten veel vitaminen en voorkomt zo scheurbuik. In de negentiende eeuwen begonnen uienboeren hun waar ook in Engeland te verkopen.

Ze lieten zich met een flinke voorraad uien en een fiets overzetten naar de andere kant van het kanaal en verkochten hun waar van deur tot deur. Daarbij waren ze soms weken van huis. In Engeland waren ze geliefd en kregen de bijnaam Johnnies.

Deze Bretonse boeren uit Roscoff en omgeving op hun fietsen, gestreepte truien en uien om de nek werden zo het stereotype Fransman in Engeland. Ik ken ze vooral uit Allo Allo de Engelse piloten zich verkleedden als uienverkopers om aan de aandacht van Herr Flick te ontkomen maar in Roscoff is er een heus museum over deze uienverkopers.

Video van Roscoff

Beelden van Roscoff

E-Magazine

In bezit een ereader of tablet? Download dan één van de E-Magazine. Deze lees lekker je op je vakantieadres en ontdek je mooiste dorpen en leukste plekken.

Evenementen in Roscoff

14 juli
Feest en vuurwerk bij het strand van Sainte-Anne
Woensdagochtend
Markt

Kaart van Roscoff en omgeving


Les plus beaux villages de France
weergeven op een grotere kaart

Het koninklijke kasteel van Amboise: De renaissance en het graf van Leonardo da Vinci ****

Clovis

In de vroege middeleeuwen duikt Amboise in de geschiedenisboeken op. Op de Ille d’Or, het eiland in de Loire, ontmoet koning van de Merovingers Clovis de koning van de Visigoten aan het begin de zesde eeuw. Deze Visigoten hadden een groot rijk dat een deel van het huidige Spanje en het zuiden van Frankrijk omvatte. De uitkomst van deze topconferentie was een vredesakkoord.

Het bleek echter niet veel waard want kort daarna trok Clovis, die wordt gezien als de eerste koning van Frankrijk, met zijn leger het gebied van de Visigoten binnen en versloeg het leger van zijn voormalige ‘vriend’ in een veldslag bij Vouillé. Daarbij zou hij eigenhandig de Visigotische koning hebben gedood. Zo gingen die zaken in die tijd. Door deze overwinning brak Clovis de macht van de Visigoten in Gallië en deze gebeurtenis wordt gezien als de geboorte van Frankrijk als natie.

Vikingen

Maar terug naar Amboise waar het lang stil bleef. In de negende eeuw kregen de inwoners het flink aan de stok met de Noormannen die rovend door West-Europa trokken. De stad werd geplunderd, weer op gebouwd en opnieuw geplunderd. Opnieuw werd Amboise opgebouwd en dit keer goed want het stond toen bekend als de stad met de beste verdediging van West-Europa. De Vikingen begrepen dit kennelijk ook want die bleven weg en de stad bloeide op.

Kasteel om te wonen, niet om te vechten

De prachtige koninklijke zaal binnen het kasteel

In deze zaal met palmgewelven werd hof gehouden en dus werd vanaf hier feitelijk Frankrijk geregeerd.

De echte bloeiperiode van Amboise moest echter nog komen. Dankzij allerlei intriges en ingewikkelde politieke ontwikkelingen kreeg uiteindelijk de Franse koning Karel VII in 1431 het kasteel in handen. Zijn zoon en opvolger Karel VIII, qua voornamen waren ze niet echt origineel, groeide erop en ging er toen hij eenmaal zelf koning was, wonen met zijn vrouw en kinderen.

Deze Karel VIII liet het kasteel flink verbouwen en maakte er een waar lustoord van. Daarmee was Amboise één van de eerste Franse kastelen waarbij de functieverandering van verdediging naar woon- en werkplek voor de koning en zijn regering ook in het ontwerp te zien is.

Hier geen hoge verdedigingstorens en versterkte poorten met daarboven ketels met kokende olie maar elegante vleugels met grote zalen waar het hof kon zetelen. Bovendien liet Karel VIII een enorm tuin aanleggen volgens de laatste mode uit Italische schiereiland; de Renaissance had Frankrijk bereikt en daarmee de bloeiperiode van Amboise.

Het eerste deel van de zestiende eeuw is de Loire vallei het middelpunt van Frankrijk en Amboise vormt samen met Blois het decors van de hofhouding van de koning. Met name onder Frans I wordt hier enorm veel gebouwd, geschilderd en aan wetenschap gedaan.

Leonardo da Vinci

De hoofdingang van het kasteel van Amboise

Boven de hoofdingang toornt de kapel van Sint Hubertus uit, het is tevens de plek van het graf van Leonardo.

In 1516 arriveert zelfs Leonardo da Vinci in Amboise. Op het einde van zijn leven dreigt hij in Florence te verpieteren en dus gaat hij maar al te graag in de uitnodiging van de Franse koning voor een functie aan zijn hof. Hij neemt zijn intrek Clos Lucé, een ander kasteel in Amboise waar nu een heel interessant museum te vinden is, een aanrader.

De superster van de renaissance raakt bevriend met de Franse koning en sterft drie jaar later in Amboise en ligt begraven in het de kapel van St. Herbertus. Dat is het enige gebouw dat bewaard is gebleven langs de ommuring. De kapel is een fraai stukje bouwkunst en bij een bezoek aan het kasteel kan je er niet omheen. Het gebouwtje staat pal boven de huidige hoofdingang en hangt met zijn achterkant als het ware over het straatje onder het kasteel heen.

Eenmaal op het terrein trekken twee zaken onmiddellijk je aandacht. Ten eerste de twee vleugels van het kasteel die er nog staan en de horde Italianen die zich hebben verzameld voor een gebouwtje in een hoekje van het terrein. Dat laatste is natuurlijk de kapel waar de man met de baard ligt die in de eenentwintigste eeuw nog opvallend populair is. Tot mij verbazing worden hier dagelijks duizenden Italiaanse toeristen uitgelaten om op de foto te gaan met de bekendste Italiaan uit de geschiedenis. Of toch niet?

Is Leonardo een Italiaan?

Want Italië bestond natuurlijk nog helemaal niet vijftiende eeuw. Ga je daar wel van uit dan is Julius Caesar ook een Italiaan zijn en die is minstens zo beroemd. Daarbij komt nog de vraag of de goede man hier ook werkelijk ligt. Wat is er aan de hand? Tijdens de Franse Revolutie, zo rond 1790, is ook dit kasteel niet gespaard gebleven en is de boel behoorlijk ‘verbouwd’. Daarbij moest het graf van Leonardo het ook ontgelden en is verwoest. Hierdoor is het moeilijk te zeggen of de kunstenaar hier nu echt ligt te begraven of dat er iemand anders ligt.

Het graf van Leonardo da Vinci

Het graf van de bekendste Italiaan uit de geschiedenis. Of toch niet?

Maar dat maakt eigenlijk niet uit. De Italianen die wij hier zagen waren duidelijk van mening dat hij hier wél lag. Daarbij is dit de plek waar hij na zijn dood is begraven en heeft hij er bijna drie eeuwen gelegen. Ieder zijn waarheid lijkt mij in dit geval. Het is natuurlijk wel bizar dat het graf van Leonardo ligt in een laatgotische kapel dat helemaal in niets aan de renaissance doet denken.

Naast het graf van Leonardo heeft het kasteel veel meer te bieden. Allereerst ligt het echt bijzonder prachtig aan de rivier. Wij hadden vrij regenachtig weer maar we hebben ons evengoed lang vermaakt met het uitzicht over de Loire. Het is werkelijk prachtig. Daarbij zijn ze in negentiende eeuw zo goed geweest om bijna alle gebouwen van het kasteel te slopen waardoor je vrij uitzicht hebt.

Bijzondere tuin

Naast het uitzicht is ook de tuin bijzonder mooi. Het is lekker ruim opgezet want de meeste oorspronkelijke gebouwen zijn er niet meer. Vreemd genoeg liep ik hier op een heuveltje tegen een kleine begraafplaats aan, dit keer van islamistische snit. Dat verwacht je hier niet. Het bleek om een aantal leden te gaan van een Algerijnse Emir genaamd Abd al-Kader.

De islamitische begraafplaats in de tuin van het kasteel van Amboise

Een islamitische begraafplaats is niet iets wat je verwacht in de tuin van een koninklijk kasteel in Frankrijk. Het is een interessant verhaal hoe dit zo gekomen is.

De man zelf ligt hier niet maar wel een aantal mannen uit zijn gevolg. Na enige bestudering bleek deze Abd al-Kader een interessant historisch figuur die in de tweede helft van de negentiende eeuw een opstand in Algerije tegen de Franse leidde. Zijn opstand mislukte en hij werd met een heel gevolg gevangen gezet in het kasteel van Amboise. Dat stond toch leeg. Best een aardige gevangenis zou je zeggen.

Na vier jaar werd hij vrijgelaten en vertrok hij naar Damascus waar hij later een flink aantal christenen redde van een bloedbad. Door deze daad werd hij een held in Frankrijk en kreeg hij een hoge onderscheiding van Keizer Napoleon III. Hij stond ook in het westen in hoog aanzien en was een graag geziene gast in de Europese hoofdsteden. Het kan verkeren.

Met een paard door een toren

Twee andere opvallende zaken in de tuin zijn de torens. Die zijn namelijk frappant groot en breed opgezet. Zo breed dat er zelfs een koets omhoog kan en dat is ook precies de bedoeling want de koninklijke gasten konden hier gewoon in hun voertuigjes lekker naar boven rijden.

Tot slot is er natuurlijk het kasteel zelf, althans de twee vleugels die er nog staan; de oude gotische vleugel is gebouwd onder Karel VIII, de andere is gebouwd onder zijn opvolger Lodewijk XII en is in renaissance-stijl opgetrokken. Dat klinkt als een enorme stijlbreuk maar als je er voor staat valt het eigenlijk wel mee. Beide vleugels zijn even groot en je moet echt naar de details kijken wil het verschil zien.

Binnen is er een mooie zaal te zien waar de koning hof hield. Het plafond wordt gedragen door een palmgewelven als je ze ziet begrijp je direct waarom deze zo heten. De techniek was in de zestiende eeuw nog niet in staat om het plafond in één keer te dragen en dus staan er allemaal zuiltjes. Naast de zaal zijn er nog andere interessante vertrekken onder de privévertrekken van koning Karel VIII. Hier zijn prachtige meubelen en mooi wandkleed te bewonderen. Op mij maakte vooral het uitzicht vanaf de grote ronde toren indruk. Hier heb je niet alleen een mooi uitzicht op de Loire maar kan je ook goed het dak met zijn dakkapellen zien.

Lacronan kerk cc Claude Valette

Locronan: dorp van graniet in Bretagne

Dat is een vierhoek met een omtrek van twaalf kilometer die het aantal maanden van de Keltisch jaar symboliseert. ‘If you can beat them, join them’ moet Ronan gedacht hebben en dus kerstendehij  de Nameton. Dat had Bonifatius misschien ook moeten doen met die eik bij Dokkum. Elk jaar wordt er nog trouw een processie georganiseerd om Ronan te eren. Deze leidt langs de twaalf kilometer die volgens de legende elke dag wordt afgelegd door de heilige.

Naast Pelgrimsoord bracht ook de hennepteelt welvaart. Nu was het niet zo dat ze daar in de zeventiende eeuw massaal in de coffeeshop zaten. Hoewel het niet duidelijk is of het veel werd genuttigd, is het wel zeker dat het gewas werd gebruikt voor het maken van touwen, een product waar in de vele havens in Bretagne veel vraag naar was. Het dorp heeft naast prachtige huizen en een kerk tevens twee kleine kapellen en een museum.

Saint-Céneri-le-Gérei: schilderachtig dorp aan de Sarthe

De auto kan je kwijt op twee verschillende plekken; een kleine parkeerplaats bij de Mairie en een grote aan de andere kant van het dorp. Omdat tijdens ons bezoek het toeristenseizoen nog niet echt van start was gegaan parkeerden wij onze auto bij het gemeentehuis. Een kleine wandeling langs een pad met oude huizen bracht ons op het centrale pleintje van het dorp.

Hier vindt je de meeste restaurants en café’s met terrassen waar je uitstekend van je koffie kan genieten of iets anders kan nuttigen. Een paar honderd meter verder staat de kerk die een niet echt in het centrum van het dorp ligt. Het is een Romaans exemplaar zoals je die wel meer ziet in deze streek. Voordat we naar binnen gaan lopen we naar de achterkant van de kerk.

Hier heb je een bijzonder fraai uitzicht over de rivier en de Middeleeuwse brug die een flink stuk lager liggen. Dit is echt een plek waar je even langer moet stil staan om het panorama op je laten inwerken.

Kerk

Kunst in de kerk van Saint-Céneri-le-Gérei in Normandië, Frankrijk

Tegen de muur bevinden zich elegante beelden. Hier zijn twee mannen bezig met het verwijderen van een rotsblok voor een grot.

Hoewel de kerk in groot is, is er binnen veel te zien. Het portaal is eenvoudig maar stoer. Opvallend is dat er een boompje vlak naast de ingang tegen de gevel staat. Dat zie niet vaak bij een kerk.

Bijzonder zijn de middeleeuwse fresco’s die ondanks hun leeftijd nog prachtige kleuren hebben. De meeste dateren uit de veertiende en vijftiende eeuw, de oudste is uit de twaalfde eeuw. De schilderingen waren eeuwenlang bedekt met een laag kalk en werden pas in de tweede helft van de negentiende eeuw ontdekt.

Daarnaast zijn er ook moderne beeldjes te zien. Dit zijn kleine voorstelling van metaal en ik werd geraakt door hun elegantie. De beeldjes vertellen het verhaal van de kruisiging en zijn gemaakt voor Christian Malezieux, een plaatselijke kunstenaar.

Kapel

Bij het verlaten van de kerk doe je er goed aan om rechtsaf te slaan. Een korte wandeling brengt je bij een prachtige kapel die net buiten het dorp staat. De rivier meandert om het stukje lang waar het kerkje staat. Wij waren hier in het voorjaar en het was hier bijzonder groen en dat geeft deze plek een aantrekkelijke sfeer. Een ideale plek voor een picknick.

De schoonheid van het dorp trok in het verleden veel kunstenaars, zoals de schilders Corot en Courbet. Je kan het dorp dus tegen komen op een schilderij in een museum. Hoewel klein heeft het dorp wel een eigen museum. De herberg van de zusters Moisy waar vroeger de kunstenaars elkaar ontmoetten en hun glasje dronken is nu een museum met schilderijen uit de negentiende- en twintigste eeuw. Helaas was deze dicht bij ons bezoek.

Ook de brug over de Sarthe is een interessant bouwwerk en vormt een prima vertrekpunt voor een fijne wandeling door de omgeving van het dorp. Bij terugkomst kan je je laven aan de Camembert want deze beroemdste Franse Kaas komt oorspronkelijk uit deze regio. Daarbij drink je natuurlijk geen wijn, maar appelcider. Ondanks dat het dorp klein is heeft genoeg restaurants dus er is genoeg keuze.

Evol: bergdorp met prachtige straatjes en pleintjes ***

oude-huisjes-evol-dorp-frankrijk-les-plus-beaux-villages-de-france

Evol is zeer klein maar heeft charmante huizen en straatjes.

Aangename sfeer

Ondanks het korte bezoek hebben we goed van de sfeer in Evol kunnen proeven. Er hangt een rustige atmosfeer waarin niets hoeft en alles mag, lekker Frans zeg maar. Je gaat er vanzelf langzamer van lopen. Auto’s komen het dorp niet in. Dat kan ook niet want het oude dorp is gebouwd tegen een heuvel in de tijd dat de automobiel nog niet was uitgevonden. De straatjes zijn te stijl en te smal om je in een auto te verplaatsen. Prima wat mij betreft, blik is handig maar in zo’n dorp wil ik het liever niet zien.

Alle huisjes lijken te zijn gebouwd door een stel stenen op elkaar te stapelen. Ook de daken zijn allemaal hetzelfde. Als je zo een hele stad zou bouwen zou het behoorlijk saai worden maar in een dorp geeft dit een prachtig eenduidig beeld. De kleine straatjes, of beter steegjes, lopen soms stijl omhoog en worden afgewisseld door gezellige pleintjes. Sommige bevatten een terras waar je prima iets kan drinken om af te koelen. Eten is ook mogelijk, maar heel ingewikkeld zal het niet worden.

Verwacht in Evol geen boetiekjes, juweliers of andere etablissementen. De toeristische industrie is hier niet aanwezig maar een biertje of een koel glas rosé is hier wel te krijgen. De belangrijkste zaken in het leven zijn hier dus geregeld.  Ook zijn er een paar kunstenaars maar welk Frans dorp heeft dat niet?

romaans-kerkje-evol-dorp-frankrijk-les-plus-beaux-villages-de-france

Helaas was de priester met lunchpauze waardoor het kerkje was gesloten.

De kerk is altijd iets waar je naar binnen gaat tijdens een bezoek aan zo’n dorpje. Maar dat zat er voor ons niet in: de kerk was op slot. Kennelijk had de priester ook lunchpauze, en die duren in deze streken over het algemeen lang. Voor ons wel jammer want er bevindt zich in het kerkje van Evol een bijzonder altaarstuk, dat ik graag gezien had.

Naast de kerk heeft het dorp in de Pyreneeën ook de beschikking over een mooi kapelletje en het geboortehuis van de Franse schrijver Ludovic Massé. Daar had ik nog nooit van gehoord maar dat kan een gebrek aan algemene kennis zijn.

In de omgeving

Evol ligt in een streek waar voldoende te doen is. Erg leuk is een ritje in de Train Jeune (gele trein). Deze kleine trein rijdt over een spoor van ruim 60 kilometer en bereikt in Bolquère bijna een hoogte van 1600 meter en dat is ook direct het hoogst gelegen treinstation in Frankrijk.

Het parcours eindigt in Mont-Louis, een vestingstadje waar Vauban de muren van heeft getekend. Deze architect heeft zo’n beetje half Frankrijk voorzien van vestingmuren. Nu herbergt het stadje nog altijd een opleidingscentrum voor para’s. Naast deze historische militaire monumenten is een enorme zonneoven te bezoeken die in 1949 werd gebouwd. Daarmee is het de oudste van de wereld en een voorbeeld van alle andere installaties die later zijn gebouwd.

Tot slot zijn er in de directe omgeving van Evol maar liefst drie Beaux Villages te vinden: EusVillefranche-de-Conflent en Mosset.